Translate

donderdag 16 juni 2016

TUSSEN DE WAL EN HET SCHIP



TUSSEN DE WAL EN HET SCHIP

De Centrale Banken kunnen geen kant meer uit. Doorgaan op de oude voet of normalisering? Hoe dan ook, het maakt niets meer uit, want een harde landing ligt in het verschiet. Het onorthodoxe monetair beleid van de laatste 20 jaar heeft de instorting van het financieele systeem even kunnen uitstellen. Maar na 7 decennia van extreme, meestal improductieve, kredietexpansie en een toenemende reeele economische groeivertraging, lijkt dit absurde beleid van nul- en negatieve rente en van marktmanipulatie door de opkoop van allerlei activa, niet opgewassen tegen de natuurwet. Eb en vloed kunnen tijdelijk worden afgeremd, maar nooit worden tegengehouden. Hoelang is het massieve bedrog bij spaarders, gepensioneerden en verzekerden nog vol te houden? Of zijn besparingen voor toekomstplanning opeens voorgoed uit de tijd? Wat kunnen Centrale Banken nog verder bedenken, nu bijna al hun kruit is verschoten? Bij de beleidsmakers breekt het koude zweet uit, want de ultieme systeemcrisis staat geduldig haar opwachting te maken, ondanks hun schijnbaar eindeloze vindingrijkheid om het bestel overeind te houden. Er is geen twijfel mogelijk, dat de Centrale Banken opeens het bijltje erbij neer zullen moeten gooien. Dan is de Big One ophanden. De timing daarvan is totaal onbelangrijk.


Zelfs een periode van economische stagnatie, vergelijkbaar met die van Japan in de laatste 25 jaar, lijkt voor de rest van de wereld onaannemelijk. Japan heeft geluk gehad! Haar staatsschuld was in 1989 relatief laag en de financiering van de schuldexplosie sindsdien, werd voornamelijk verzorgd door de Japanners zelf. Verder kon Japan profiteren van een redelijke economische groei elders, door de Yen voortdurend te verzwakken. De vergrijzing kon worden opgevangen door de hoge welstand per hoofd der bevolking. Bovendien is de Japanse maatschappij vrij homogeen, vanwege beperkte immigratie. De rest van de wereld staat echter voor een veel grotere uitdaging. De totale wereldschuld, als percentage van de economie, is al historisch torenhoog (een record van minstens 240%). De vermogensongelijkheid lijkt ongeevenaard in de wereldgeschiedenis. Amper 62 mensen bezitten - op papier - evenveel als de helft van de wereldbevolking (3.6 miljard mensen). Dat was 5 jaar geleden nog 388! (Oxfam). Stel eens voor, hoe hoog de spanningen kunnen oplopen, als het ooit misgaat. Leef dus zo onopvallend mogelijk en laat nooit zien, hoeveel geld men heeft.

De Grote Klap, die korte metten maakt met de Status Quo, gaat vooraf aan een eventuele Nieuwe Wereldorde. Wat blijft er over van het verdeelde Europa en van de instabiele Eurozone? Of van China met haar tijdbom van excessieve schuld? Of van de overige, eens populaire, grondstofgevoelige BRICS (Brazilie, Rusland en India)? Als de Financieele Crisis van 2008 slechts een voorspel was van de Big One, dan zal de triomftocht van de Dollar en de Treasuries zich voortzetten. De massieve kapitaalvlucht uit de Euro en de Yen, met hun negatieve rentes, richting Dollar, neemt steeds grotere vormen aan. De internationale vraag naar Euro-obligaties en aandelen is in de laatste 1 ½ jaar ingestort en is thans negatief. Het opkoopprogramma van de ECB, wat dient om het Europroject staande te houden, loopt achter op de werkelijkheid en moet dringend worden uitgebreid. In navolging van de Bank of Japan, die grootaandeelhouder is geworden van de Nikkei 225 en zich daardoor ontpopt heeft als een gigantisch Hedge Fund. Desalniettemin is de Nikkei 225-index in het laatste jaar al met 20% gedaald! Ondertussen is de Eurostoxx 50-index in het laatste 1 ½ jaar al 25% naar beneden gekelderd, in tegenstelling tot alle verwachtingen van de ‘deskundige’ optimisten. Waar is de toverstaf van de ECB gebleven, als het effect van de laagste rente in 5000 jaar en de laagste obligatierendementen in 500 jaar, het af laat weten?

De Dollar, als percentage van alle valuta-reserves, is nog steeds 64% tegenover 70% in 1999. De Euro is sinds die tijd nagenoeg gelijk gebleven (20%), maar wel 5% lager dan voor de Financieele Crisis in 2008. Rond 60% van alle internationale obligaties en leningen luiden in Dollars, tegenover rond 20% in Euros en rond 3% in Yen. Internationale transacties in Dollars zijn in de laatste 5 jaar in de lift (van 30% naar 43%), terwijl de Euro als betaalmiddel in betekenis afnam (van 44% naar 29%). De (tot 1 October, 2016, niet-inwisselbare) Chinese Yuan neemt nog steeds slechts 2% van alle transacties in de wereld voor haar rekening. Misschien wordt de Yuan echter voorlopig niet inwisselbaar tegen de Dollar. Het einde van de wereldrol van de Dollar is dus nog lang niet in zicht!  Integendeel. De rest van de wereld probeert, met onderbrekingen, juist te devalueren ten opzichte van de Dollar om de economie op peil te houden.

Maar echt ‘gelddrukken’ is heel gevaarlijk (zie Venezuela!), want hyperinflatie verarmt de gehele binnenlandse bevolking. Bij een soort landenfaillissement (zoals verlenging van de afloopdatum van staatsobligaties) zijn voornamelijk de crediteuren de klos. Dit laatste wordt schering en inslag tijdens de volgende crisis, net zoals in de vorige Grote Depressie in de jaren ‘30. Dat is nog eens andere koek dan in 2008! Raad eens, wat aandelen, grondstoffen en kredietgedreven onroerend goed dan waard zijn! De handel stopt. Vandaar de onafgebroken vrije val in rendementen van soliede staatsobligaties, die nu ondenkbare waarderingen hebben bereikt en historisch de beste voorspellers zijn geweest van de toekomst. Die waarderingen wijzen op de komende Grote Klap, gepaard gaande met een hele reeks van ‘onverwachte’ faillissementen, die de economie en de politiek van de wereld onherkenbaar zal veranderen. Wees voorbereid!

In een wereld van blinden, zijn voorlopig de eenogigen, namelijk Kasgeld in Dollars en Amerikaanse Treasuries, Koning. Er is zo’n enorm tekort aan Treasuries, benodigd als onderpand voor Derivaten en Krediet, dat het rendement van de 10-jarige (1.60%) op weg is naar MINUS 1%! Het rendement van de 15-jarige Japanse staatsobligatie (JGB) en die van de 10-jarige Duitse Bund zijn reeds negatief voor het eerst ooit. Maar eindigt niet al het ‘papiergeld’, zonder enige discipline en zonder enige dekking van tastbare activa, zoals Goud of Zilver, als waardeloos op de schroothoop? Sinds 4200 voor Christus, hebben immers 639 valuta’s dat trieste lot moeten ondergaan. Het tempo van de ondergang van die valuta’s verschilt echter aanzienlijk. De laatste keer, dat Amerikaans geld waardeloos werd, was 235 jaar geleden, toen de onbeperkte uitgifte van de Amerikaanse Continentals de strijd om Amerikaanse onafhankelijkheid financierde. Dat was de ‘oorlogsbelasting’ van destijds.

Sindsdien volgden verschillende vormen van een Goudstandaard, wat echter in 1971 moest worden beeindigd. De Dollar werd toen ‘fiatgeld’, zonder dekking, dat af en toe weliswaar in opspraak kwam door een inflatiecyclus, maar uiteindelijk toch steeds, als ‘s werelds reservevaluta, hardnekkig werd verdedigd (door bijvoorbeeld 20% rente in 1981). Deze historische, niet aflatende vastberadenheid is deel van de Amerikaanse cultuur, ongeacht de benodigde offers, wat wezenlijk verschilt van de meeste andere culturen. Daarom lijkt de Dollar de laatste rots in de branding, zolang de Amerikaanse hegemonie relatief in tact blijft en de rest van de wereld verder wankelt. Soms lijkt het, dat Amerika de rest van de wereld niet meer naar zijn hand kan zetten, maar bij de volgende wereldwijde economische crisis, is er geen enkel ander land, dat kan optreden als de geldschieter in laatste instantie (‘lender of last resort’), net zoals dat het geval was in 2008 (valuta-swaps van de Federal Reserve met 14 Centrale Banken over de gehele wereld). Reken dus op een opmerkelijke versteviging van Amerika’s positie in de wereld en dus de Dollar, na de volgende Grote Klap. De Euro, als valuta zonder land, overleeft die niet. De Europese Commissie (het ‘Politburo’) van de Europese Unie (28, voornamelijk ‘straatarme’ leden) evenmin.

Overigens is de koppeling van een valuta met bijvoorbeeld Goud en Zilver nooit bestendig gebleken. Zo’n gedwongen discipline van de geldhoeveelheid werd regelmatig verlaten, als de omstandigheden daartoe aanleiding gaven. Toch lijkt er weer een belangrijke rol voor Goud weggelegd in een nieuw monetair systeem, na de Grote Klap, om het vertrouwen in het financieele systeem te herstellen. Dat heeft de geschiedenis bewezen. De mensheid heeft historisch bijna altijd gekozen voor Goud en elke andere vlieger, zoals SDR’s (Speciale Trekkingsrechten van het IMF), ging nooit op. Dus wat Fysiek Goud verdient deel uit te maken van een vermogen, als verzekering, ongeacht de prijs. Goud is zo schaars in verhouding tot de wereldliquiditeit, dat de Fysieke Goudhandel op den duur niet meer vanzelfsprekend zal zijn. Praat er daarom nooit over. De Centrale Banken zelf doen daarover ook geheimzinnig en velen bezitten waarschijnlijk meer Goudcertificaten dan Fysiek Goud. Wat kennelijk aantrekkelijk is voor Centrale Banken (Goud, niet Zilver), moet dus ook aantrekkelijk zijn voor de slimme particulier. De ‘manipulatie’ van de Goudprijs (via de Futures) moet men op de koop toe nemen. Dus niet wakker liggen, als de Goudprijs ooit weer eens daalt met 50%. U zou uw schilderij van Rembrandt toch ook niet verkopen? Goud is misschien nog wel mooier om naar te kijken.

Na de laatste Grote Klap, zo’n 9 jaar geleden, heerst er onterecht een stemming van gezapigheid, omdat de Centrale Banken er voor hebben gezorgd, dat de opgepompte prijzen van activa hoog bleven, wat er ook gebeurde ( de ‘Put’ van de FED). Maar pijn kan niet eeuwig uit de weg worden gegaan, waardoor gezapigheid steeds riskanter wordt. Gaat men wat verder terug in de geschiedenis, dan hebben de Centrale Banken af en toe wel degelijk door de zure appel heen moeten bijten, zodra zij de macht over het stuur kwijtraakten, met alle gevolgen van dien. Velen beschouwen hen al als ‘spoken’ (‘zombies’)! Waarom zou een ‘normalisering’ van de rente naar bijvoorbeeld 3% niet opeens zomaar uit de lucht kunnen komen vallen? In ieder geval kan dan de rente weer worden verlaagd bij de volgende recessie.

Helicoptergeld? Uiterst riskant en illegaal. Een wetsverandering kan jaren duren. Nog negatievere rente? Het averechtse effect is nu duidelijk. Nog meer kwantitatieve verruiming (QE)? Het effect daarvan is steeds verminderd. De Super-QE (QQE) van de Bank of Japan (BOJ) heeft uiteindelijk weinig uitgehaald voor de aandelenmarkt.

De meeste waarnemers zijn van mening, dat de Amerikaanse Federal Reserve bluft, door meerdere rente-stijgingen in het vooruitzicht te stellen. Deze ‘verkrapping’ van het monetair beleid zou net zo voorbarig zijn als in 1936 tot 1937, welke het economisch herstel, sinds het dieptepunt van de depressie in 1933, destijds in de kiem smoorde. Tussen Mei, 1937 en Juni, 1938, beleefde Amerika een grote economische krimp van 9%, een productiedaling van 40% en een instorting van de aandelenmarkt van liefst 50%. Groothandelsprijzen raakten weer in een vrije val van 11%. Maar wie herinnert zich nog de gebeurtenissen van 80 jaar geleden? De geschiedenis leert ons juist, dat elke generatie vervalt in dezelfde ‘fout’ uit het verleden. Was het maar zo, dat men lering trok uit het verleden! De realiteit is, dat elke generatie het beter meent te weten dan de vorige.

Opvallend is, dat de BOJ verrassenderwijs al reusachtig veel gas heeft teruggenomen in haar monetaire stimuleringen, met pijnlijke gevolgen voor de Aziatische markten, terwijl de Yen omhoog is geschoten. De Yen (en de Euro) worden door de Grote Speculanten geleend (‘goedkoop’) voor hun hefboomspelletjes, dus er gaan er weer velen voor de bijl! (Als men leent in een bepaalde valuta, is men ‘short’, en moet men ‘indekken’, als die niet daalt). Maar zodra de Grote Speculant weer is uitgekleed, dan kan men een aanzienlijk lagere Euro en Yen verwachten tegenover de Dollar.


Er zijn wel degelijk grenzen aan de opkoop van activa door een Centrale Bank. De activa op de balans van alle Centrale Banken, thans ter waarde van 25% van de gehele wereldeconomie, moeten ook weer eens ‘teruggedraaid’ worden. Dat is een zwaard van Damocles, die boven ons hoofd hangt. Het zal een generatie duren om over die pijn heen te komen! De les van de ‘pijn’ van 1981 ( 20% rente, 2 achtereenvolgende recessies en een forse schuldensanering) is juist, dat er daarna weer een langdurige periode van economische groei mogelijk wordt, net zoals die tijdens de jaren ‘80 en ‘90. Een crisis, hoe angstig ook, werkt louterend en is een voorwaarde voor een nieuwe welvaartsfase. Zonder een chirurgische ingreep, wordt een ziek mens nooit beter.


DIEDERIK SCHMULL                                                                             16 Juni, 2016

Westcliff-On-Sea, Essex, U.K.

===



vrijdag 3 juni 2016

DE GEEST IS UIT DE FLES


DE GEEST IS UIT DE FLES


De veruit belangrijkste ontwikkeling in de wereld is zonder meer de voortzetting van de devaluatie van de sterk overgewaardeerde (50%?) Chinese Yuan, die nu haar 5-jarig laagtepunt tegenover de Dollar nadert. Ondanks de deviezencontroles! De Chinese overcapaciteit wordt binnenkort haar voornaamste export naar de rest van de wereld. De deflatiegeest is dan definitief uit de fles, ondanks de titanenstrijd daartegen door de Centrale Banken. Tegen de verwachting van de algemene mening in, blijven de obligatierendementen dalen, waardoor hun waarderingen blijven stijgen. De BofA ML Global Broad Market Index, welke de goede kwaliteitsobligaties (‘investment grade’) registreert, heeft een nieuw hoogtepunt bereikt en is sinds de financieele crisis van 2008 - 2009 met ruim 35% omhooggegaan en met liefst 6% in het afgelopen jaar. Groei- en inflatieverwachtingen zijn het laagst in jaren en worden onafgebroken naar beneden bijgesteld. De omloopsnelheid van het geld (M2) is sinds 1997, dus al 19 jaar, aan het kelderen en heeft net een dramatisch 60-jarig dieptepunt bereikt. Dit loopt niet goed af!


De Amerikaanse Treasuries zijn een verhaal apart. Het Amerikaanse economische plaatje steekt relatief gunstig af bij dat van de rest van de wereld (ondanks de superonbetrouwbare werkgelegenheidscijfers), maar de rendementscurve is toch niet steiler geworden, waarbij lange rendementen sneller aantrekken dan korte, zoals men gewoonlijk zou verwachten. Integendeel, het aantrekkelijke rendement van de langere Treasuries bleek een magneet voor het Grote Geld vanuit het buitenland, dat geconfronteerd wordt met negatieve rente in Europa en Japan. Tientallen miljarden aan Europese bedrijfsobligaties hebben nu zelfs een negatief rendement (bedankt, ECB!)! Daardoor is er sprake geweest van de meest extreme afvlakking van de Treasury - rendementscurve in 9 jaar (2-jaar/10-jaar rendementverschil of ‘spread’). De 25-jarige neergaande trend in rendementen van lange Treasuries, en dus in hogere waarderingen, zal, met onderbrekingen, nog lange tijd aanhouden, vanwege de toenemende economische en geopolitieke onzekerheden in een stagnerende wereld. Elke hoop op een economische groeiversnelling zal de bodem weer worden ingeslagen. De excessieve schuld en demografie (‘vergrijzing’) spelen een grote rol, naast het probleem van de kredietbubbel in China en in de Opkomende Markten.

Het wachten is nu tot de tijdbommen afgaan van wankele banken, bedrijven en landen. Een nieuwe financieele crisis ligt op de loer. Het is een kwestie van tijd. Centrale Banken lijken aan het eind van hun Latijn en hebben nog nooit zoveel keiharde kritiek moeten verduren. Het kan best zijn, dat sommige Centrale Banken in zo’n klimaat net doen alsof zij de laatste keer aan zet zijn (‘the last roll of the dice’) en een konijn uit de hoed proberen te toveren (‘helikoptergeld’, na negatieve rente?). Dat wordt dan echt de laatste zeepbel, die uitelkaar spat, voordat een nieuw monetair systeem in zicht komt. Dat kunstmatige 1927 - 1929 hausse-scenario van destijds, na de instorting van de grondstoffenprijzen in 1922, was de planmatige redding voor de ingewijden (een ‘coup de whiskey’ van de FED-directeur Benjamin Strong in 1927), terwijl grote delen van de wereld allang in een economische depressie verkeerden.

Ondertussen blijven de 200-daags gemiddelden van de meeste belangrijke aandelenmarkten (MSCI World Index), sinds een jaar, stevig naar beneden gericht en lijkt het technische koersherstel van de laatste paar maanden, met name van de Opkomende Markten, niet te handhaven. De grondstoffenprijzen (DJ-UBS Commodity Index) hebben, na 8 lange jaren, een instorting achter de rug van liefst 60%+, maar de recente tekenen van leven mogen geen naam hebben. Het keerpunt ligt nog ver in het verschiet, op een veel lager niveau, als er een eind komt aan de overproductie en als een groot deel van de producenten het bijltje erbij neerlegt.

Tegelijkertijd bevindt zich het achterhoedegevecht van de gevestigde orde tegen het populisme, plotseling in een eindstadium. Nationalisme is in een stroomversnelling geraakt. Die geest is ook uit de fles. Opeens staat het gehele 50-jarige bouwwerk van internationale vrijhandel (reeds 5 jaar in de ziekenboeg!) en internationale samenwerkingsverbanden op losse schroeven. De vrije beweging van mensen wordt overal ter discussie gesteld.  De neergaande welvaartsspiraal voor de overgrote meerderheid der bevolking, met name die van de middenklasse, lijkt een einde te maken aan het onzichtbare ‘handjeklap spel’ tussen het internationale bedrijfsleven, de heersende klasse en de beleidsmakers. Belastingontwijking en persoonlijke verrijking van de bevoorrechte minderheid, staan in de schijnwerpers. Zal het roer straks noodgedwongen worden omgegooid, ongeacht de eventuele economische gevolgen op korte termijn? Wordt het weer ieder voor zich? Want de bestendigheid van de huidige vorm van globalisering, met haar scherpe vermogensongelijkheidsverschijnselen, is niet meer vanzelfsprekend.

De propaganda van de meeste officieele media om het volk de misleidende indruk van betrokkenheid te geven, lijkt aan dovemansoren gericht. Het zit de meesten echt tot hier! Daarom lijkt de algemene mening niet meer vatbaar voor schijnbaar redelijke argumenten om niet te tornen aan heilige koeien zoals de Europese Unie, de Eurozone, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en het open grenzen welkom beleid.

Bij een eventueel vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (‘Brexit’), spelen alle doemverhalen een ondergeschikte rol. Alsof de Britse economische groei en het Britse Pond Sterling daardoor een gevoelige klap zouden worden toegebracht. Sinds haar lidmaatschap van de EU in 1973, is haar jaarlijkse economische groei immers alleen maar gedaald. Bovendien vertoont het Britse Pond Sterling tegenover de Dollar een neerwaartse trend sinds 1864, dus liefst al 152 jaar! Wat een geluk, dat men destijds de bus van de Euro voorbij heeft laten gaan en daardoor de macht van ‘gelddrukken’ niet opgaf. De chronische betalingsbalanstekorten konden zo mooi worden opgevangen. Maar natuurlijk zijn sommigen wel doodsbang voor ‘Brexit’ (‘wie volgt hierna?’) en zien zoiets als verraad aan de Europese droom, die vrede, veiligheid, democratie, vrijheid van meningsuiting en een rechtsstaat, beloofde te waarborgen. Of stemt die droom niet overeen met de toekomstige realiteit, zodra de Grote Klap zich aandient? Zien de Britten de bui juist aankomen?

De structuur van de EU wordt door vele Britten beschouwd als anti-democratisch en bedreigend, met een Europees parlement, dat noch enige wetgeving kan voorstellen, noch gebruik kan maken van een geloofwaardig stemrecht. Het wordt voornamelijk overheerst door Duitse afgevaardigden. Bovendien is de nodige koehandel voor vele Britten een doorn in het oog. Dit is de hoofdreden voor het Britse meerderheidsstelsel (‘first past the post’), waarbij mogelijke coalities tot een minimum worden beperkt. Afgezien nog van ettelijke duizenden lobbyisten, de miljardenverslindende bureaucratie, vanwege het gedwongen gebruik van 24 afzonderlijke talen, en het, door EU-verdragen opgedrongen, verblijf in drie verschillende steden (Brussel, Straatsburg en Luxemburg), alsmede de ondoorzichtige kostendeclaraties. De opkomst bij de Europese parlementsverkiezingen is dan ook opvallend laag.

Natuurlijk lijkt gezamenlijk optrekken meestal zinvol, maar naarmate men steeds meer kan fluiten naar nationale zelfstandigheid, nadert men een punt, waar het geduld van de boze burger afspringt. Angst, onmacht en onvrede zijn slechte raadgevers, maar de hedendaagse, ingewikkelde, geopolitieke en financieele crisissituaties zorgen ervoor, dat er niet meer geluisterd wordt naar degenen, die de ‘status quo’ aanhangen en op dezelfde voet wensen door te gaan. Soevereiniteit en eigen identiteit lijken het uiteindelijk te winnen van beloofde welvaart en stabiliteit. Net zoals ‘vrijheid’ van meer belang is dan brood. Daarom strandt uiteindelijk elk model, waar de burger zijn ziel moet inruilen voor de schijnbare geborgenheid van een almachtige superstaat.

De ernstig tekortschietende Euro is een valuta zonder land en is gedoemd te verdwijnen. De Europese Centrale Bank (ECB) probeert, ondanks het herhaaldelijk schoppen van de Bundesbank, wanhopig de schijn op te houden, dat een verzameling van verschillende, hoofdzakelijk kreupele en technisch failliete, landen, overeind kan worden gehouden. Wat een illusie om te geloven, dat eeuwenoude, overwegend Zuid- en Oost-Europese, culturen zouden kunnen ‘convergeren’ met die van Duitsland! Het is een gevaarlijk sprookje, dat soevereine ‘debiteurenlanden’ eeuwig aan de leiband zullen lopen van crediteurenlanden, waarbij hun interne economische depressie op de koop toe moet worden genomen, terwijl landen als Duitsland en Nederland zich gelukkig wanen met een, voor hen, kunstmatig lage Euro. Dan is men echt verkeerd bezig. Een brutale en onhoudbare dictatuur in schaapskleren? In werkelijkheid, zullen de crediteurenlanden uiteindelijk worden opgescheept met een 30% hogere (eigen) valuta, zodra de Euro sneuvelt, plus torenhoge ‘exit’- kosten (‘Target2’). Het alternatief om dat te voorkomen, is politiek onhaalbaar: de overheveling van hun gigantisch betalingsbalansoverschot naar de debiteurenlanden, zelfs via een achterdeur (Euro-obligaties). Vandaar de komende, onvermijdelijke, Europese nachtmerrie, waar de meesten liefst niet aan durven denken. Reken maar, dat de vlucht in Amerikaanse Dollars en Treasuries dan niet meer is te stuiten!

De wereld is voortdurend in beweging. Soms is het nauwelijks bij te benen. In de laatste 800 jaar, wisselden langdurige periodes van inflatie en deflatie, van voor- en tegenspoed, van democratie en dictatuur en van vrede en oorlog, elkaar af. De wereld beleeft nu een tijd, waarin excessieve, voornamelijk improductieve, schulden in de particuliere en overheidssector, de traditionele economische groei de nek dreigen om te draaien. Maar de natuur, net zoals bij eb en vloed, doet zijn werk, ongeacht de uiterste inspanningen van de mens om de dag des oordeels uit te stellen. Bedrijven verdwijnen bij de vleet. De redenen zijn teveel om op te noemen. Wie failliet is, gaat op een gegeven moment ook failliet. Wiens vaardigheden niet meer worden gevraagd (‘robotisering?’), moet tijdig de bakens verzetten, anders voelt men zich al gauw onthand. Daarom is er altijd overal en te allen tijde een Grote Klap, die men wel degelijk vaak kan zien aankomen, zolang men maar niet terugvalt naar een ontkenningsfase van: ‘het zal mijn tijd wel uitduren’. Onverschilligheid is (vrij naar ‘ledigheid’) des duivels oorkussen.


DIEDERIK SCHMULL


3 Juni, 2016

WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

===