Translate

woensdag 29 oktober 2014

DE WENTELTRAP NAAR HET HELLEVUUR


DE WENTELTRAP NAAR HET HELLEVUUR


Men kan zich als belegger alleen in veiligheid brengen, als men in paniek raakt voor de grote massa. Natuurlijk betekent dat bijna zeker een ‘te vroeg’ afscheid van bepaalde beleggingen. Maar als de ineenstorting zich eenmaal voltrekt en de hoge waarderingen geheel of gedeeltelijk teniet worden gedaan, dan zal het struisvogelbeleid van de grote massa zich wreken. Alle factoren voor zo’n ineenstorting zijn nu al aanwezig. Maar de markten plegen het overgrote deel van de massa bij een ineenstorting met zich mee te willen sleuren. Daarom rinkelt er nooit tijdig een alarm en vindt zoiets gewoonlijk ‘onverwacht’ plaats. Want tegenwoordig vertrouwt de kudde blindelings in de reddende hand van de Federal Reserve of het Plunge Protection Team - PPT - , die de markten beinvloeden via kwantitatieve verruiming (QE) of via de koop van index futures. Maar die zullen machteloos blijken bij een Tsunami.


Nam de huidige generatie de ervaringen van twee generaties terug maar eens ter harte. Een ieder, die de economische depressiejaren van voor de Tweede Wereldoorlog meemaakte, waarbij tallozen alles plotseling teloor zagen gaan, werd daardoor voorgoed een ander mens. Men was daarna voortdurend op zijn hoede voor naderend onheil en voerde een beleggingsbeleid, dat rekening hield met een regenachtige dag. Hoe langer de huidige markten de indruk geven van een loterij zonder nieten, des te ernstiger wordt de ineenstorting. De waanzin van de massa heeft al een punt bereikt, waarbij riskante activa als ‘veilig’ worden beschouwd. Aandelen als substituut voor obligaties! Dat die activa in het niet zo eens grijze verleden vaak 70 tot 90% konden dalen, wordt gevoeglijk genegeerd. Het paradijs der dwazen! De veralgemeende verkeerde prijszetting van reele en financiele activa, gepaard gaande met een wijdverspreide, bovenmatige hefboomwerking, doet op een gegeven moment het gehele systeem de das om.

Wat wordt de lont in het kruidvat? De markten zijn ver vooruitgelopen op wat de economie ooit zou kunnen presteren. De grootste kopers waren de bedrijven zelf, door inkoop van eigen aandelen, net zoals in 2007, net voor de Financiele Crisis. Bovendien zijn 20% van alle landen in de wereld reeds in officiele deflatie ( bron: Deutsche Bank), terwijl inflatiecijfers overal gestaag blijven afglijden, met name dankzij de lagere olieprijs. Zelfs het superstimuleringsbeleid van Japan, dat een minimale inflatie beoogt van 2%, heeft niet kunnen verhinderen, dat de inflatie verder is afgenomen naar de helft daarvan. De index van levensmiddelenprijzen    (bron: University of Tokyo) is alweer 5 maanden in deflatie! De totale prive- en staatsschuld als percentage van de wereldeconomie breekt ondertussen elk hoogterecord en de autoriteiten zijn als edelherten in de schijnwerpers, terwijl zij in het openbaar niet veel meer kunnen doen, dan een stoer gezicht opzetten. Niets, maar dan ook niets, schijnt te werken.


Natuurlijk niet. Er is nu tienmaal zoveel schuld vereist om eenzelfde economische groei te realiseren als 50 jaar geleden! Elke bovenmatige schuldenlast, die niet in stand kan worden gehouden, zal op een gegeven moment toch, goedschiks of kwaadschiks, omlaaggaan. Een zachte landing is het sprookje van de eeuw! Lees de geschiedenisboekjes er maar op na. Datzelfde geldt voor de Eurozone, die in de verste verte nog steeds niet KAN voldoen aan de meest fundamentele voorwaarden voor een monetaire unie. Naarmate duidelijker wordt, dat de Europese Centrale Bank, net zoals de Bank of Japan, geen konijn uit de hoed kan toveren, dan zullen de zwakke lidstaten een voor een als domino’s omvallen. Dat is waarop een belegger zich moet voorbereiden, anders komt hij straks van een koude kermis thuis. Het is en blijft een mythe, dat, in een federatie, het opdraaien voor elkaars schuld ooit zou kunnen lukken. Zelfs in Amerika, dat warempel een land is met eenzelfde cultuur, kunnen de afzonderlijke staten en steden niet rekenen op een financieel reddingsplan van de federale overheid en zijn daarom gedwongen om een strict begrotingsbeleid te voeren. In de donkere dagen van 1975, moest het pensioenfonds van de leerkrachten, alsmede federale leningen met toekomstige inkomsten als onderpand, eraan te pas komen, om een faillissement van New York op afstand te houden.


De internationale superkredietcyclus bevindt zich in de laatste, beslissende fase. Het is niet te zeggen, hoelang deze fase nog duurt. Maar sinds het jaar 2000, lijkt de fut eruit. Sindsdien komt er allerlei kunst en vliegwerk aan te pas om deze cyclus overeind te houden. Krediet wordt, in de praktijk, niet alleen verleend op basis van een gedeelte van deposito’s. Krediet creert deposito’s, die op hun beurt weer krediet opleveren. Geldcreatie ontstaat niet alleen bij kredietverlening, maar ook bij de koop van waardepapieren, zoals obligaties en aandelen. Dat laatste is gewoon een andere vorm van kredietverlening. Geen wonder, dat het kaartenhuis van de wereldschuld zo exponentieel is gegroeid! Maar deze excessieve wereldschuld heeft onherroepelijk geleid tot de meest armzalige economische groei in 50 jaar, die het straks totaal laat afweten, waardoor dit kaartenhuis zich begeeft onder het gewicht van de, al of niet gedwongen, schuldsanering. De schuld van de een, is immers het bezit van de ander.

DIEDERIK SCHMULL

29 October, 2014

WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.
=

maandag 20 oktober 2014

FLIRTEN MET DEFLATOIRE STAGNATIE

FLIRTEN MET DEFLATOIRE STAGNATIE

Welkom in een wereld, waar economisch herstel steeds voor de deur staat. Doe maar net alsof er niets aan de hand is. Een deflatoire economische stagnatie? Geen sprake van! Wat je om je heen ziet, is niet, wat je straks krijgt voorgeschoteld. Straks is alles immers weer koek en ei, want de economie is echt bezig om uit het dal te komen. De meeste knappe koppen zeggen dat. Die zeiden ook, dat de economie allang zou zijn aangezwengeld, terwijl rente en inflatie zeker omhoog zouden gaan, maar, wie weet, dat zit zeker nog in het vat. Centrale Banken hebben alles onder controle. Kijk maar naar de officiele cijfers van het Bruto Nationaal Product van Amerika en Groot-Brittannie, die hoger staan dan 7 jaar geleden, dankzij het soepele monetaire beleid. Nu Europa nog. De Europese Centrale Bank is van plan om de economie een gigantische liquiditeitsinjectie toe te dienen, wat, door de verdeeldheid, even op zich had laten wachten. Verder heeft Japan, de derde grootste economie ter wereld, die het al 22 jaar moet stellen zonder enige nominale groei, een superstimuleringsbeleid en een forse devaluatie achter de rug, wat hun  uitwerking zeker niet zullen missen. Alleen de afkoeling in China kan nog roet in het eten gooien, maar de Staat is oppermachtig en kan een ‘harde’ landing aldaar zeker voorkomen.


Alle sussende woorden van de knappe koppen ten spijt, is de economische groei in de wereld, op jaarbasis, sinds het jaar 1999, dus al 15 jaar lang, niet veel beter dan tijdens de depressiejaren van de dertiger jaren, zo’n 80 jaar geleden. In het jaar 1999, overschreed de totale prive- en staatsschuld van Amerika de drempel van 275% ten opzichte van het Bruto Nationaal Product, terwijl de algemene levensstandaard sindsdien onveranderd is gebleven. De totale Amerikaanse schuld is nu op zo’n 360% aanbeland, Groot-Brittannie is op 500%, de Eurozone op 446% en Japan op een ongekende 650%. Verreweg het grootste gedeelte van die schuld is giftig, levert niets op en is dientengevolge improductief. Het is niet in staat om hoofdsom en rente ooit terug te verdienen. Als het zo doorgaat, zijn de rentelasten, over 10 jaar, van alleen al de Amerikaanse staatsschuld, die van de grote ontwikkelde landen er nog het beste voorstaat, even hoog als die schuld zelf, bij een gelijke rentestand!

Kapitein, er is een navigatieprobleem. Komt er een ijsberg in zicht? Hoelang duurt het nog, voordat de markten alle vertrouwen verliezen in het eeuwig verlengen van de overmatige wereldschuld? Als de wereldeconomie daardoor maar niet op gang kan komen, dan is het flirten geblazen met een deflatoire schuldsanering. Of kan men het spreekwoordelijke conservenblikje gewoon weer een schop geven via ongevenaarde monetaire steunoperaties? Tenslotte lukte het om, sinds de crisis van 2008, het schuldprobleem op de lange baan te schuiven met nog meer schuld. De (zichtbare) wereldschuld steeg liefst van $ 70.000 miljard to $ 100.000 miljard (IMF). Bovendien weet niemand of en wanneer er (weer) een vertrouwenscrisis ontstaat. Maar het wordt wel steeds duidelijker, dat men steeds harder moet lopen om alleen al stil te blijven staan! Beleggers in riskante activa, zoals krediet-gedreven aandelen, grondstoffen, onroerend goed en rommelobligaties (‘junk bonds’) kunnen straks geen oog meer dicht doen. De superactieve Hedge Funds hebben de hoogste hefboom in 5 jaar (2.64-tegen-1!), maar velen kregen het lid op de neus in 2014, door de ‘onverwachte’ daling in obligatierendementen, olieprijs en Japanse aandelen, om maar wat te noemen. Die zullen dus straks wel een toontje lager moeten zingen.


Kan het zijn, dat de wereld de kant opgaat van het 25-jarige drama in Japan? Die kampte immers het eerst met de uitdagingen van superhoge schuld en snelle vergrijzing. Welnu, de Japanse aandelen- en onroerend goedmarkten staan nog altijd 60% beneden het hoogtepunt van 1990. Sinds die tijd, vonden er 14 opgaande markten (Bullmarkten) plaats van meer dan 20%, die allemaal in tranen zijn geeindigd!

Ondertussen blijven inflatie en rente, met onderbrekingen, in een hardnekkige, lange termijn neergaande trend, waardoor solide staatsobligaties (ook de Japanse JGB’s!) hun rol als liquide vluchthaven meer dan ooit hebben bewezen. Maar de overmatige schuldpositie heeft ook geleid tot een vermindering van de omloopsnelheid van het geld (‘velocity’), oftewel de gemiddelde frequentie, waarmee geld in een bepaalde tijdsperiode wordt uitgegeven. Die omloopsnelheid is in de ontwikkelde landen het laagst in 60 jaar! De liquiditeitscreatie van de Centrale Banken (QE) maakte weinig uit en werd voornamelijk aangewend voor speculatieve doeleinden via Carry Trades: vooral het lenen in een valuta met lage rente en de omwisseling daarvan in een valuta met hogere rente via de obligatiemarkt, met een hefboom van 100 tot 300 tegen 1. Op die manier kan het bankwezen, met haar minimale eigen vermogen (hefboom van minstens 25-tegen-1), na elke, regelmatige, bankcrisis, weer wat bijspijkeren. Verder is de Money Multiplier, de kredietverstrekking door het bankwezen, op basis van een overschot aan reserves, het laagst in 100 jaar! En dat terwijl, in de praktijk, het bankwezen, niet de Centrale Bank, verantwoordelijk is voor 97% van de geldsomloop in de vorm van krediet en deposito’s, zonder een reserve-overschot vooraf (de mythe van Fractioneel Bankieren!) De Centrale Bank zorgt achteraf ervoor, dat het bankwezen zo’n overschot krijgt ‘uit de dunne lucht’. Geen wonder, dat de fundamentele groei het zo heeft laten afweten. Overmatige schuld is dus het Zwaard van Damocles! Daarom zijn degenen, die aan de touwtjes trekken, voortdurend bezig om kredietbubbels op te blazen, waardoor de massa in de waan wordt gebracht, dat het nog zo slecht niet gaat. De kuddegeest van de massa zorgt ervoor, dat het Grote Geld de buit kan binnenhalen, voordat het weer te laat is. Want elke bubbel barst.


Er gaan natuurlijk geluiden op om de geldcreatie van het bankwezen over te hevelen naar de Centrale Banken. Het is, in de praktijk, echter ‘vestzak-broekzak’, want wie was er achter de oprichting van die Centrale Banken zo’n honderd jaar geleden? Juist, het bankwezen zelf. In tegenstelling tot de algemene mening, heeft het bankwezen nooit de zeggenschap over de Centrale Banken opgegeven. Daarom zijn Centrale Banken ‘onafhankelijk’ en niet deel van de Staat. Er staan vele gevestigde belangen op het spel. Bovendien kan men stellen, dat het bankwezen, in theorie, veel efficienter kan reageren op de eventuele kredietbehoefte van de maatschappij. Stel je voor, dat men afhankelijk zou worden van de besluiten van een paar Centrale Bankiers! Alsof die de wijsheid in pacht zouden hebben. Maar het huidige systeem heeft er wel voor gezorgd, dat de top 1% een onvoorstelbare rijkdom ten deel viel. Acute ongelijkheid is een veeg teken en een gevaar voor het evenwicht in de maatschappij. Pas op voor het volk, dat op een gegeven moment de hooivork uit de kast haalt!


DIEDERIK SCHMULL


20 October, 2014

WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

=

zondag 12 oktober 2014

DE HAASTIGE VLUCHT IN STAATSLENINGEN


DE HAASTIGE VLUCHT IN STAATSLENINGEN

De stormloop op, vooral langere termijn, niet-vervroegd aflosbare en door een Staat gegarandeerde, en dus ‘veilige’, obligaties, lijkt, tegen de algemene verwachting in, zich te versnellen. Alleen een Staat , niet een onderneming of een prive-persoon, heeft het vermogen tot belastingheffing en, meestal, tot de uitgifte van de eigen valuta. Wordt het de speculanten in riskante activa te heet onder de voeten? Kan het zijn, dat er een verwarrende periode van hardnekkige laagconjunctuur opdoemt? In ieder geval is er 6 jaar na de Grote Financiele Crisis slechts sprake van een uiterst armzalig economisch herstel, wat ver achter blijft bij het gemiddelde van de laatste 50 jaar. En dat, ondanks het meest onorthodoxe monetaire superstimuleringsbeleid aller tijden, met de laagste rente in 500 jaar. Geleidelijk begint het te dagen, dat er zich misschien een sluipende werelddepressie aandient, die door de autoriteiten, met alle mogelijke middelen, in goede banen moet worden geleid. Want het voorkomen van deze depressie, laat staan een duurzaam economisch herstel, lijkt voorlopig onbegonnen werk. Maar dat kan natuurlijk (nog) niet openlijk naar buiten worden gebracht.




Het beleid van Kwantitatieve Verruiming (QE), via de aankoop van obligaties, bestaat uit kredietschepping ‘uit de dunne lucht’ (‘thin air’), waardoor sommigen hun huidige bestedingen kunnen vergroten, zonder dat anderen gedwongen zouden zijn om hun bestedingen te verkleinen. QE is dus niet de reden, dat obligatierendementen en schuldbetalingen zijn gedaald. Integendeel, bij elke aankondiging van nieuwe QE, stegen de obligatierendementen (‘hogere inflatieverwachtingen’), om juist na afloop daarvan weer te dalen (‘inflatie bleef toch dalen, want de Centrale Bank heeft weinig vat op de richting van inflatie’).

Wat zijn ‘normale’ obligatierendementen? In de laatste 50 jaar zijn de obligatierendementen, historisch gezien, juist abnormaal hoog geweest (‘loon- en prijsspiraal’). Kan het zijn, dat de markten, niet de Centrale Banken, zich aanpassen aan de nieuwe realiteit van lage groei, lage inflatie en gedwongen schuldinkrimping, wat kenmerkend was tijdens de decennia, voorafgaand aan 1970?

Als de economische groei het af laat weten in een maatschappij met overmatige schuld, als percentage van de totale economie, en met duizenden, wellicht tienduizenden miljarden aan leningen, die in gebreke zijn, maar nog niet zijn afgeschreven, dan is het zaak om de pijn daarvan over een langdurige periode uit te smeren. Bovendien zullen de lasten van die afschrijving, naarmate de vergrijzing zich voortschrijdt, geleidelijk moeten worden afgewenteld op de steeds kleinere groep van productieve werknemers, vooral in het geval van matige of geen inflatie (want een schuld verdwijnt nooit!). Dat betekent ook, dat een Westerse maatschappij, die nu traditioneel bestaat uit 70% consumptie, de richting opgaat van aanzienlijk hogere besparingen als percentage van het beschikbare inkomen, zoals gebruikelijk zo’n 60 jaar geleden. DAT is de reden van de grote, ‘onverwachte’ daling in inflatie en rente. Want de rentes zijn overal dramatisch gekelderd, inclusief in probleemgebieden, zoals Zuid-Europa en ook in devaluatiegevoelige landen zoals Brazilie. De Federal Reserve doet net alsof het de werelddepressie heeft voorkomen, terwijl die in werkelijkheid door haar wordt ‘gemanaged’.


Wordt dit de grote kater van het generatie-lange schuldgelag? Er is echter niets nieuws onder de zon. Als men worstelt met teveel schuld en een stagnerend gemiddeld inkomen, zal men het rustiger aan moeten doen. De schuldinkrimping kan alleen bij stukjes en beetjes worden bereikt. De meeste Westerse landen, die geen recente geschiedenis hebben van faillissement, zullen niet aarzelen om deze lange weg te bewandelen. Dat betekent structurele economische stagnatie, wat politiek natuurlijk bijzonder onplezierig is! Erger nog, er is sinds 2008 op wereldschaal geen sprake geweest van echte schuldinkrimping. Daarom ligt die schuldinkrimping nog voor ons. Dat is bijzonder positief voor kasgeld en veilige, langere termijn staatsobligaties (die immers 100% uitbetalen op de afloopdatum). Bedrijfsobligaties, laat staan ‘rommelobligaties’ en riskante aandelen, zijn echter andere koek! Over 10 jaar zijn er weer talloze bekende bedrijven, die, vanwege allerlei oorzaken, helaas het onderspit hebben gedolven. Maar bekende, solide landen zullen NIET uit het firmament zijn verdwenen.


DIEDERIK SCHMULL


12 October, 2014


WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.
=

zaterdag 4 oktober 2014

DE BEURS GAAT DICHT


DE BEURS GAAT DICHT


De Crash van 2008 was nog kinderspel vergeleken met wat ons straks te wachten staat. Daarom is het van levensbelang om risico’s nu, niet straks, drastisch te verminderen, zolang dat nog kan en voordat alle kunstmatige winsten als sneeuw voor de zon weer verdwijnen. Het financiele systeem stevent af op een ultieme crisis, waardoor beurzen (flitshandel!), banken en het vrije kapitaalverkeer, voor onbepaalde tijd, aan banden moeten worden gelegd. Een te snelle auto vliegt uit de bocht en eindigt als een wrak. Een markt, die niet (kan) worden afgeremd, is gedoemd om totaal ineen te storten. Een markt, die het moet hebben van ‘slecht nieuws is goed nieuws’, wat immers ‘altijd’ schijnt te leiden tot meer monetaire stimulering, wordt ongelofelijk kwetsbaar, zodra slecht nieuws niet meer goed nieuws is. Als de markt eenmaal inziet, dat de almacht van de Centrale Bank een illusie is, dan is het spel uit, want dat is puur slecht nieuws! Maar ondertussen is de gemiddelde belegger, door het Nul-rente-beleid, wel de kant opgedreven van de hoogst mogelijke risico’s, zodat het financiele kaartenhuis uiterst gammel is geworden. Want de totale wereldschuld blijft exponentieel stijgen, terwijl de economische groei  en de inflatie alleen maar achteruit blijven gaan.



Tegelijkertijd groeit de onzichtbare derivatenpiramide, nu reeds minstens 10 maal zo groot als de wereldeconomie, als kool. Het overgrote gedeelte is niet beursgenoteerd en het blijkt bijna onmogelijk om enige controle daarover uit te oefenen. De meeste derivaten, vooral rente-swaps, zijn geconcentreerd bij 25 financiele instellingen, die daardoor ‘te groot’ zijn geworden om ooit te worden ‘gered’. Als de rente, om welke reden dan ook, opeens grilliger wordt, dan zijn de risico’s voor het financiele systeem niet te overzien. Als er maar iets hapert bij enige tegenpartij, die financieel in gebreke dreigt te geraken, dan wordt deze piramide vliegensvlug met de grond gelijk gemaakt. Denkbeeldige (‘notional’) bedragen voor uitbetaling worden dan eensklaps omgetoverd in onvervalste (‘netto’) bedragen, waardoor het wereldwijde spinneweb van onderlinge schakels buiten werking wordt gesteld. Niemand is in staat om deze tijdbom onschadelijk te maken, omdat dit wordt gezien als een onmisbare, aanzienlijke winstbron voor de financiele sector. Het is de kurk, waar de sector op drijft. Het wachten is daarom op de blikseminslag, die de wereld onvermijdelijk opeens zal overvallen. Daarmee is het meteen, structureel, gedaan met de gigantische ‘financialisering’, die steeds als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de wereld hangt. Elke exponentiele groeispiraal draagt nu eenmaal de kiem in zich tot massale zelfvernietiging. Het eindstation is de onvrijwillige terugkeer naar een systeem van ‘vaste’ wisselkoersen, zoals dat min of meer bestond voor 1971. De behoefte aan afgeleide beleggingsinstrumenten zakt dan snel inelkaar. In het verleden, heeft de wereld, vaak met tussenpozen van een generatie, het ene systeem ingeruild voor het andere, omdat elk systeem nu eenmaal, op een gegeven moment, in zijn voegen kraakt.


De financiering van een, op exponentiele schuldvergroting, gebaseerde maatschappij, is niet vol te houden, indien de economische groei en de spaarquote blijven tegenvallen. Zelfs met ultra-lage rente, zijn de rente-lasten bij excessieve schuld bijzonder onaangenaam. Er is daarom allang sprake van een structurele groeivertraging in de ontwikkelde landen, vanwege stagnerende reele inkomens, tekortschietend internationaal concurrentievermogen, hardnekkig gebrek aan werkgelegenheid voor de jongere generatie (technologische vooruitgang!), overheidsbezuinigingen en demografische trends, zoals vergrijzing. Tegelijkertijd zijn de opkomende landen, met hun veel jongere bevolking, voorlopig slechts in staat om die consumptierol in beperkte mate over te nemen.

Ondertussen vallen de wereldwijde inflatie en rente veel lager uit dan bijna alle voorspellingen. Er is overal overcapaciteit, geen loon- en kredietspiraal (behalve in China), geen prijsdruk, zelfs niet in voedsel en energie, terwijl de Internet zorgt voor geimporteerde deflatie. Begint het te dagen, dat de wereld voorgoed is veranderd?




DIEDERIK SCHMULL


4 October, 2014


WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

=