Translate

woensdag 26 augustus 2015

CRASH-LANDING


CRASH-LANDING


Betrouwbaar kasgeld op een veilige plek is koning. Dat zal elke dag in waarde stijgen, naarmate de deflatoire krachten in de wereld, in de komende jaren, de overhand nemen. Liefst in Dollars, want ieder land is nu gedwongen om, met onderbrekingen, verder te devalueren tegenover de Dollar. Liefst in Amerikaanse Treasuries, die de liquide vluchthavens, bij uitstek, zullen blijven en welke markt nooit dicht zal gaan. Deze valuta-oorlog zal in alle hevigheid toenemen, omdat de Euro en de Yen, die de $ 1000 miljard aan speculatieve Carry Trades financierden en daardoor tijdelijk een steuntje in de rug hadden vanwege terugkoopacties, straks weer scherp zullen kelderen, zodra de geldverruiming van de ECB en de BOJ in de derde versnelling moet worden gezet. Het een en ander zal onvermijdelijk eindigen met nog meer handelsbelemmeringen en een verdere inkrimping van de wereldhandel, welke in het laatste halfjaar het meest achteruit ging in 6 jaar (World Trade Monitor). De hyperglobalisatie is allang verleden tijd! Dat is het overduidelijke signaal van de meest ongenadige en chaotische Zwarte Maandag in 40 jaar. De bescheiden devaluatie van de Chinese Yuan, via een vergroting van de bandbreedte, was slechts het eerste startschot. De echte verkoop van Yuan moet nog beginnen. China heeft nu broodnodig behoefte aan extra liquiditeit, vooral Dollars, om het hoofd te bieden aan haar gigantische Dollarverplichtingen. Daarom is een voortgaande devaluatie vereist van zeker 20%, welke kan worden bewerkstelligd door een massief geldcreatie-programma van de People’s Bank of China (PBOC), dat overeenkomt met het forse karwei van ‘kwantitatieve verruiming’ (QE 1 tot 3) van de Amerikaanse Federal Reserve sinds 2008. Zo’n devaluatie kan de Chinese fabrieken tijdelijk draaiende houden, maar de rest van de wereld zal zich dan de enorme export van de Chinese deflatie en overcapaciteit moeten laten welgevallen. Vergis je niet, niemand ‘gedraagt’ zich in een oorlog! Iedereen slaat uiteindelijk terug.


Laat niemand zich zand in de ogen strooien, dat China met haar beleid uitsluitend het beste met de wereld voor heeft. De gang naar een internationale handels- en reservevaluta (thans amper 2% van het totaal) duurt nog decennia. Maar de druk op de werkgelegenheid en de valutareserves van een overgewaardeerde Yuan (50% effectieve stijging in 10 jaar) schreeuwt nu om actie. Daarom heeft China haar transformatie van een investerings- naar een consumptiemaatschappij noodgedwongen in zijn achteruit gezet. De deflatie in Chinese groothandelsprijzen (PPI) is al 41 achtereenvolgende maanden aan de gang. 90% van de landen in Azie hebben, sinds geruime tijd, vaak al jarenlang, te lijden van deze deflatoire druk. Veel aggressievere monetaire verruiming, en dus veel scherpere devaluaties ten opzichte van de Dollar, liggen in het verschiet. 50 tot 70% van de wereldvraag naar, voornamelijk in Dollars geprijsde, grondstoffen komt van Azie, maar door de hogere Dollar worden die steeds duurder in de lokale valuta, wat weer de vraag aantast. De deflatie is niet alleen in grondstoffen, maar heeft zich echter uitgebreid tot 80 tot 90% van alle productcategorieen! De kern van dit probleem is gelegen in de waanzinnige overschatting van de potentieele economische groei. Als klap op de vuurpijl, gaat een noemenswaardige daling in de Aziatische beroepsbevolking (China verliest 3 miljoen werknemers per jaar!) ook een rol spelen. Daarnaast is het gros van de gepleegde investeringen niet productief gebleken. Het potentieele rendement van de investeringsgolf werd grotendeels uit het oog verloren, waardoor, met name in China, de totale winstgevendheid van het bedrijfsleven nu minder is dan de vereiste rentebetalingen.

Daarom is er momenteel een ernstig liquiditeitstekort in de gehele wereld, ondanks de massieve geldcreatie van de Centrale Banken in de laatste jaren. Er is schreeuwend behoefte aan Dollars om de betalingsverplichtingen van de kolossale internationale Dollarleningen (80% van de wereldschuld) na te komen. De Dollar stijgt nu tegenover 99% van alle valuta’s, maar dat komt neer op een ‘verkrapping’, een Dollarschaarste. Het is natuurlijk ironisch, dat Amerika relatief onkwetsbaar schijnt, ondanks haar eigen schuldenberg, dankzij de status van de Dollar als ‘s werelds reserve-valuta. Een onafgebroken reeks van bedrijven en landen, vooral die van de opkomende markten, inclusief de befaamde BRIC’s (Brazilie, Rusland, India en China), beleven nu een pijn van jewelste. Dit dreigt uit de hand te lopen. Zelfs China, met $ 4000 miljard aan reserves, wordt met de dag wankeler, nadat er alleen al in de laatste 12 maanden, een kapitaalvlucht van minstens $ 350 miljard (wellicht $ 800 miljard) heeft plaatsgevonden. Hoe meer de export stagneert,  des te sneller dalen de reserves. Tegelijkertijd is China de achtste grootste schuldenaar ter wereld geworden (Bank of International Settlements), met 39% van haar schuld in Dollars! Geen wonder, dat China wanhopig verlangt naar een status van reserve-valuta voor de Yuan, want dan kan er worden volstaan met veel minder reserves. Bovendien is er dan geld beschikbaar voor prestige projecten, zoals de Aziatische Infrastructuur Bank en de ‘Silk Road’.

De periode van wereldwijde paniekmaatregelen is aangebroken. Dit is het eindspel, voordat zich een langdurige economische werelddepressie aandient. Negatieve rente en negatieve kwaliteitsobligatierendementen, welke de doodsklok luiden voor het huidige financieele systeem, worden straks gemeengoed. De ene na de andere domino zal gaan vallen. De onmacht van de Centrale Banken zal leiden tot een vertrouwenscrisis, zonder weerga. Zes jaar van Nul-rente en monetaire stimulering hadden slechts kwetsbare zeepbellen, in allerlei activa, tot gevolg, zonder een duurzaam economisch herstel. Elke zeepbel barst, ondanks alle voorbijgaande kunstgrepen. Geen enkele Centrale Bank kan de deflatoire spiraal, die het geld- en kredietsysteem implodeert, tegenhouden. Lees de geschiedenis van de laatste paar honderd jaar er maar op na. Er is altijd een tijd geweest van ‘Peak Debt’ (schuldlimiet) en de huidige generatie is echt geen haar beter in het uitstellen van de dag des oordeels.

Geloof nu maar niet, dat de periode van superlage rente, die de Centrale Bank in de hand heeft, opeens voorbij is. De brave spaarders zullen blijven krom liggen (zo’n $ 1000 miljard aan gederfde jaarlijkse inkomsten sinds 6 jaar) en moeten blijven opdraaien voor de waaghalzige speculanten met hun Carry Trades met ‘gratis’ geld. Natuurlijk in de hoop, dat er geen einde komt aan de aandelenhausse met het schijnbare ‘vermogenseffect’. Welnu, de bezittende klasse, de top 1%, vaart er vooralsnog wel bij. In Amerika, neemt die nu een kwart van het Nationaal Inkomen voor haar rekening, ruim een verdubbeling in de laatste 30 jaar, en hetzelfde als in 1928, net voor de Grote Crash en Depressie. L’histoire se repete! De Wilshire 5000 index (4000 aandelen) heeft, in de laatste 6 jaar, liefst een papieren winst laten zien van $ 15000 miljard, naar 124% van het BNP, niet ver van het hoogtepunt in 2000 van 136.5%. Maar de ‘echte’ economie had daarmee weinig te maken. In een tijd van ‘gratis’ geld, werd de inkoop van eigen aandelen door bedrijven aangemoedigd, naast een record aantal fusies en overnames. Of zal het effect van de geexporteerde deflatie van China straks een hogere reeele (na deflatie) en nominale rente veroorzaken, vooral dankzij de instorting van kredietwaardigheid in de rest van de wereld? Dan wordt de volgende Crash pas echt spectaculair, zelfs zonder een ‘officieele’ renteverhoging, en gaan de beurzen een tijdje dicht.


De financialisatie van  de maatschappij is in de laatste 35 jaar minstens vertienvoudigd en allang te ver doorgeschoten ten opzichte van de reeele, productieve economie. Dit is een proces, dat abrupt wordt beeindigd, zodra de financieringskosten zouden aantrekken. Als de wereld geconfronteerd wordt met een vermindering van het rondpompen (‘recycling’) van Aziatisch kapitaal, dan lijken hogere financieringskosten een kwestie van tijd. Een inkrimping van financialisatie zou de wereld op zijn kop zetten. Dit houdt onder meer in, dat het merendeel van de kredietpiramide, inclusief de derivaten, niet overeind zal kunnen blijven. De meesten kunnen zich zo’n natuurramp niet eens voorstellen, omdat de autoriteiten alles zogenaamd onder controle zouden kunnen houden. De illusie van de eeuw!

Maar men kan zich wel voorbereiden. Naast Treasuries en Kasgeld in Dollars, moet een deel van een vermogen ook bestaan uit  (verzekerd) Fysiek Goud, onder eigen beheer en eigen naam (liefst in Zwitserland, dat Goud altijd goed gezind is) en een selectie van defensieve aandelen van topbedrijven in de wereld, ongeacht de prijs. Die activa zullen altijd wel iets waard zijn, ookal zouden de waarderingen, bij de grote afrekening vanwege de Grote Margin Call, met 50 tot 90% kunnen instorten. En een eigen woning zonder hypotheek (met blikgroente en water voor een maand) Dat is echt serieus bedoeld (uw overgrootvader zou er over mee kunnen praten!).



DIEDERIK SCHMULL


26 Augustus, 2015


WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@

woensdag 5 augustus 2015

QUE SERA, SERA!

QUE SERA, SERA!


‘Whatever will be, will be’ ! (Doris Day - 1956)

Het valt niet mee om te geloven in deflatie, laat staan in schulddeflatie. De meesten kunnen zich dat helemaal niet voorstellen. Centrale Banken hadden de mythe verspreid, dat zij inflatie tevoorschijn konden toveren. Velen  hadden de mond vol van ‘gelddrukken’, wat uitsluitend kan plaatsvinden in bananenrepublieken, niet in ontwikkelde landen, waar echt geld ‘uitdelen’ wettelijk verboden is. Geen parlement zou dat ooit goedkeuren. De ‘kwantitatieve verruiming’ (QE) bestaat uit een activa-ruil (‘asset swap’), die de totale geldhoeveelheid niet vergroot. Wat echter wel verandert, is de samenstelling van de geldhoeveelheid, want de Centrale Bank absorbeert op haar balans relatief illiquide obligaties in ruil voor liquiditeitscreatie ten behoeve van het financieele systeem. Dat verklaart het positieve effect op, met name, de aandelenmarkten, want extra geld moet ergens naar toe. De voorwaarde voor een stijging van de geldhoeveelheid is kredietgroei. 95% van de geldsomloop bestaat immers uit krediet. Maar in een stagnerende maatschappij met excessief krediet, veelal enkele honderden procenten als percentage van de totale economie, is er juist de neiging en de druk om krediet in te krimpen, als het maar enigszins kan. Dat veroorzaakt de voortdurende daling van de omloopsnelheid van het geld, wat een deflatoir verschijnsel is. Op de pof leven heeft altijd een hoge prijs. Schuld is immers niets anders dan consumptie-verschuiving van de toekomst naar het heden, wat onvermijdelijk leidt tot minder consumptie later.


Kwaliteitsobligaties van kredietwaardige landen en bedrijven hebben een, historisch gezien, hele goede neus en zijn net zoals de reacties van dieren voor een tsunami. Bij steeds lagere rendementen, en dus hogere waarderingen, ruiken die onraad over de mogelijke toekomst. Daarna pas grondstoffen en, in laatste instantie, aandelen en onroerend goed. De reden is, dat het ‘echte’ slimme geld een veilige haven opzoekt, welke in ieder geval meestal een vast nominaal bedrag uitkeert op de afloopdatum. Elke andere beleggingsklasse is riskanter. Niets is zeker. Niets is eeuwig. Alles heeft een levenscyclus. Met de regelmaat van de klok, is het een
komen en gaan van aandelen, die in of uit de gunst raken of verdwijnen. Staatsobligaties zijn tenminste een langer leven beschoren, want landen verdwijnen zelden. Grondstoffen zijn zeer kwetsbaar bij economische tegenwind. Onroerend goed is onderhevig aan zeepbellen, die uiteindelijk altijd barsten, want elke kredietgedreven sector heeft te lijden aan regelmatige gedwongen verkopen, hetzij vanwege een economische malaise, hetzij vanwege een hogere reeele rente. Daarom zijn er tijden, wanneer het loont om niets te doen, en om eenvoudigweg het verdere verloop af te wachten met betrouwbaar kasgeld, liefst in Treasuries. Treasuries blijven verreweg de meest liquide markt ter wereld. Die blijven het eigendom van de belegger, in tegenstelling tot een bankrekening, die een krediet is aan de bank. Het nul-rente, nul-groei beleidsmodel kraakt allang in zijn voegen. Het model van kwantitatieve verruiming (QE) en de daarmee gepaard gaande devaluaties, om de binnenlandse problemen af te wentelen op andere landen, loopt echt op zijn laatste benen. Relatief betrouwbaar kasgeld wordt in de komende tijd een hele goede belegging, ongeacht het rendement, vooral bij, schijnbaar ondenkbare, structurele deflatie, die nu echt voor de deur staat. Bij deflatie stijgt immers de reeele rente en Kasgeld neemt elke dag in waarde toe!

Geen excessieve schuldbubbel loopt langzaam leeg, maar barst. Er is een grens aan alles. Als China haar stimuleringsprogramma niet had bijgestuurd, dan zou het land uit de bocht zijn gevlogen. Een totale implosie zou het gevolg zijn geweest. Maar nu ziet China zich gedwongen om de klok wat terug te draaien. Dit heeft al geleid tot een forse daling van de grondstoffenprijzen. Nerveuze optimisten wijzen op het potentieele positieve effect van deze lastenverlichting op de economie. Maar tegelijkertijd valt het onderpand weg bij duizenden miljarden van internationale leningen, die ‘onder water’ komen te staan. Verder breidt die gevreesde deflatie zich overal uit. Elke eventueel geimporteerde inflatie, vanwege devaluatie en handelsoorlog, is supertijdelijk. Geen land, ook Amerika niet, ontkomt aan deze deflatoire Tsunami!

Op een zekere dag zal de wereld ontwaken en verbaasd staan, dat het schijnbare economische herstel is weggesmolten. De wereldrecessie is waarschijnlijk allang aan de gang! De grote afrekening van de superkredietcyclus dient zich dan aan. Dit gaat gepaard met grote faillissementen, ditmaal van tientallen landen. Dat is nog andere koek dan het bijna-faillissement van het banksysteem in 2008, toen bijna niemand dacht, dat er een recessie was! De kans op zo’n ramp is alleen maar groter geworden, juist door het toedoen van de Centrale Banken, die ervoor gezorgd hebben, dat schuld, als percentage van de economie, nu tot een onhoudbaar hoog niveau is gestegen. De meeste wereldschuld is in Dollars, die structureel in waarde vermeerdert, naarmate Dollarschuld onvrijwillig moet worden afgelost en naarmate bijna elk land ter wereld probeert te devalueren ten opzichte van de Dollar. Degenen, die zulke leningen ‘trots’ afsloten tegen ‘slechts’ 1% rente, krijgen  nu een hartstilstand.


Het is uiterst twijfelachtig of de Federal Reserve deze potentieele catastrofe kan tegengaan door middel van een ultieme superstimulering (QE) van, om te beginnen(!), $ 10,000 miljard. Het Amerikaanse Congres staat onder de controle van de Republikeinen, die zoiets zouden verafschuwen. Men moet daarom ernstig rekening houden met een ander essentieel onderdeel van de Amerikaanse cultuur: ‘laat het maar gebeuren, als het erop aankomt’ (‘let the chips fall, where they may’). ‘Que sera, sera!’ Dit staat haaks op de regelcultuur van bijvoorbeeld Europa en elders. Daarom zullen de meesten totaal onvoorbereid zijn op deze noodlottige dag. Het was trouwens allang niet meer relevant, wat de Centrale Banken van de ontwikkelde landen wel of niet zeiden of deden. De grote olifant in de kamer is China, die de wereld in de laatste 15 jaar op gang hield en nu, noodgedwongen, het moet laten afweten. Dat heeft zeer ernstige gevolgen voor de rest van de wereld.


Het was altijd al een hele uitdaging voor China, om de omvorming van een investerings- naar een consumptie-maatschappij relatief soepel te laten verlopen. Consumptie als percentage van de totale economie (30%) is zelfs lager  dan 10 jaar geleden! Dat komt, omdat de Chinese bevolking nog steeds moet meebetalen aan de kosten van de vorige financieele crisis in Azie van 1997 via een abnormale hoge totale spaarquote, als percentage van het beschikbare inkomen (liefst 51% voor huishoudens, bedrijfsleven en overheid tezamen). In een typisch Westers ontwikkeld land is de consumptie 70% van de totale economie en de spaarquote 5% van het beschikbare inkomen, wat voor China nog decennia in beslag zal nemen. Op de ranglijst van BNP, per hoofd der bevolking, op koopkrachtsbasis, staat China op nummer 89 (Wereldbank) of op nummer 113 (CIA). Het gemiddelde inkomen, per hoofd der bevolking, is nog steeds $ 5000 per jaar en, voor de helft der bevolking, die nog op het platteland woont, niet meer dan $ 1000 per jaar! Geen wonder, dat er sinds 1958 een systeem van gezinsregistratie bestaat (‘hukou’) om de bevolking in het gareel proberen te houden. Gevangene in eigen land! De hervorming hiervan is minimaal, want het spookbeeld van potentieel tientallen miljoenen stadswerkelozen, die niets voor zichzelf zouden kunnen verbouwen, zou een gevaar zijn voor het systeem. Geen wonder, dat de kapitaalvlucht van de puissant rijke elite onlangs een record heeft bereikt, ondanks de kapitaalcontroles! Desondanks lijkt de geforceerde transformatie van de Chinese maatschappij niet gepaard te kunnen gaan zonder een economische depressie, met mogelijk hachelijke gevolgen voor het totalitaire systeem. Dit is verschrikkelijk voor de rest van de wereld, want China was voornamelijk verantwoordelijk voor de groei van de wereldeconomie, vooral sinds 2009. Dus dan is de wereldcrisis compleet.

Geloof nou maar niet, dat de krampachtige ingreep van de Chinese autoriteiten om de Shanghai index te behoeden voor een verdere instorting, langdurig effect zal hebben. Zulke kunstmatige maatregelen zijn niets nieuws, maar succes is niet gegarandeerd. De steunoperatie van JP Morgan en andere banken in October, 1929, haalde weinig uit. Die van de grote verzekeraars in Groot-Brittannie tijdens de donkere dagen van 1974, eveneens. Hong Kong in 2008 was meer geslaagd, waardoor de koppeling met de Dollar destijds behouden kon blijven. Maar in het huidige China zijn de koerswaarderingen nog torenhoog en onbetrouwbaar, terwijl het effectenkrediet alle spuigaten is uitgelopen. Bovendien rijst de vraag of beleggers eigenlijk wel eigenaars zijn van hun aandelen. Dit is nog steeds een communistisch systeem, zonder onafhankelijke rechtspraak. Men mag, tot op zekere hoogte, het spel meespelen en winst maken. Maar wee je gebeente, als men geacht wordt tegen het belang van het systeem te handelen of als men, om welke reden dan ook, uit de gunst raakt, dan verliest men zijn ‘bezit’ of verdwijnt men zelfs … voorgoed. Westerse beleggers en investeerders in ontwikkelingslanden zijn nog zo naief.

Vergis je niet, de wereld is sinds de crisis van 2008 blijvend veranderd. Wat een schok was het om geconfronteerd te worden met het plotselinge verlies van talloze zogenaamde zekerheden, die in de voorafgaande 60 jaar opgang deden. Inflatie was niet meer vanzelfsprekend, noch de stijging van huizenprijzen, noch het bestaan van je huisbank, noch de kredietwaardigheid van je eigen land, noch de deugdelijkheid van het geld zelf. Tegelijkertijd vraagt men zich, in toenemende mate, af, hoe de huidige wereld in elkaar zit. Heeft werken nog wel zin, wanneer het gemiddelde inkomen achteruit holt en het pensioen op losse schroeven staat, terwijl het vermogen van de superrijken, vooral door speculaties, met sprongen schijnt te stijgen? Verder lijken de donkere wolken van een Derde Wereldoorlog zich ook nog eens samen te pakken. Onzekerheid is troef. Daarom is betrouwbaar Kasgeld voorlopig de allerbeste belegging, misschien wel gedurende vele jaren.


DIEDERIK SCHMULL


5 Augustus, 2015


WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

==