DE SCHULDVERSLAVINGSONTWENNINGSKUUR
De grootste kredietcyclus aller tijden, tussen 1995 en 2006, en de daaropvolgende financiele ineenstorting, zullen een generatie-lange schrikneurose tot gevolg hebben. De wereldschuld als percentage van de economie is weliswaar verder gestegen tot een nieuw record, maar er zijn tekenen, dat de Super-Schulden-Cyclus op zijn laatste benen loopt. De optimisten zullen tevergeefs uitkijken naar een noemenswaardige voortzetting van deze historische kredietperiode. De wereld staat juist aan het prille begin van een, al of niet gedwongen, schuldontwenningskuur. De verhouding van Amerikaanse consumentenschuld (bestaande uit 70% hypotheekkrediet) tot het beschikbare inkomen, daalde weliswaar van 130% tot 105% tussen 2007 en 2014. Maar 50% van de daling was te danken aan inflatie, die echter wel is blijven zakken. In eerste instantie nam die schuldratio nog toe, vanwege de daling van de prijzen van onderpand, in hoofdzaak onroerend goed. Maar vooral een spiraal van hypotheekfaillissementen zorgde later voor een vermindering, omdat Amerikanen hun woningen, die minder waard zijn dan het hypotheekbedrag, aan de geldschieter kunnen overhandigen. De schuldinkrimping in Europa zal echter veel trager verlopen. Bij hele lage inflatie of zelfs deflatie, is zoiets een langdurig proces. Economische groei? Vergeet het maar! Het probleem van excessieve schuld moet eerst uit de weg worden geruimd. De huidige generatie zit voorlopig op de blaren.
De optimisten staan straks voor aap. De ongekende financialisering, waarbij de groei van de financiele sector die van de echte economie ver te boven gaat, is nu in zijn achteruit gezet. Economische groei, gebaseerd op een schuldenexplosie in plaats van op besparingen, is nooit een lang leven beschoren. Het jarenlange, experimentele, onbeperkte liquiditeitsbeleid van Centrale Banken mag dan de markten omhoogdrijven, maar kan alleen wat tijd winnen. Blijft de gewenste economische groei uit, ondanks of dankzij dit aggressieve beleid? Dat probeert de grootste olifant in de wereld, de risicoloze obligatiemarkt (aflossing is immers op 100% op de afloopdatum), met ongekende lage rendementen voor 10- tot 30-jarige looptijden en dus hoge waarderingen, ons allang te vertellen. Bij de kleinste geluiden spitsen waakzame konijnen hun oren. De hemel dondert. Hangt er een onweersbui in de lucht? Nadert het einde van de 60-jarige Super-Schulden-Cyclus? Dat is even wennen, want het scheelt een slok op een borrel. Alles wordt dan anders. Alle krediet-gedreven ‘riskante’ activa, zoals onroerend goed, grondstoffen en aandelen (aandelenkrediet staat op een record), zouden op de tocht komen te staan. Dat gaat namelijk gepaard met deflatie. Japanse huizenprijzen staan bijvoorbeeld nog 65% lager dan 23 jaar geleden, na een wilde stijging van 200% in de voorafgaande 10-jarige periode.
Waar de schoen wringt, is de extreem hoge totale schuld als percentage van de economie. De ervaring leert, dat zo’n percentage verschilt van land tot land, voordat de markt het vertrouwen verliest in de solvabiliteit of het vermogen om aan de verplichtingen te voldoen. In zo’n klimaat is het vertrouwen, om lange termijn investeringen te doen, ver te zoeken. Daarom is er zoveel liquiditeit, dat de prijs van Geld (‘rente’), tegen alle verwachting in, alle laagterecords blijft breken. Niemand weet wanneer de touwladder breekt. Laten we een gooi wagen. Het is aanstaande, eventueel na een laatste, wanhopige ‘coup de whiskey’ - een grootscheepse liquiditeitsverhoging - (FED-gouverneur Strong in de jaren ‘20, net voor de Crash in Wall Street). Als de geld-elite in paniek raakt en werkelijk aanstuurt op een dergelijke, roekeloze, kortstondige Super-Hausse door de geldhoeveelheid nog meer te verruimen, dan zal het gehele Centrale Bankensysteem zijn geloofwaardigheid daarna voorgoed verliezen. Het gehele huidige monetaire geldstelsel, inclusief het fractioneel bankieren (veelvuldig uitlenen of investeren van een minimale reserve) en het derivatenmonster, komt dan op de helling. Dat maakt dan meteen een einde aan de lichtvaardige kredietcultuur en de overmoedige speculatiedrift van de laatste decennia.
De Zuidzee-bubbel van 1720 was zo’n alarmerende gebeurtenis, die de elite van die tijd had aangemoedigd. In amper 6 maanden, steeg het aandeel van de South Sea Company met 700%, terwijl iedereen, van hoog tot laag, inclusief het Engelse Koninklijk Huis, erbij was betrokken. Totdat er daarna, binnen twee maanden, een instorting plaatsvond van 90%. Een neergaande economische periode van 95 jaar volgde. Het zou nog liefst 240 jaar duren, voordat de beurskoersen hun hoogtepunt van 1720 weer hadden bereikt!
DIEDERIK SCHMULL
31 Augustus, 2014
WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.
==