ER IS NIETS VERANDERD
Zeven jaar na het uitbreken van de gevaarlijkste financieele crisis in ruim 80 jaar, lijkt er aan het risico van het monetaire systeem hoegenaamd niets veranderd. Nog steeds is het onmogelijk om in te schatten, hoe hoog dat risico is. Talloze analisten van de financieele sector hebben allang het hoofd in de schoot gelegd en geven weemoedig toe, dat het systeem ondoorzichtiger is geworden dan ooit. Toezichthouders en beleidsmakers staan voor een onmogelijke taak! Telkens als er nieuwe regels komen voor bankkapitaal en voor een bepaalde hefboom (leverage ratio), blijken die in de praktijk te kunnen worden omzeild door leningen met verhoogd tegenpartij-risico (repo’s), talrijke derivatentransacties, exotische opties (knock-in, knock-out) en securitisaties. Vaak wordt meer risico juist aangemoedigd, zonder uitbreiding van het eigen vermogen, want de creativiteit in de financieele wereld kent geen grenzen. Bovendien heeft de toenemende regulering de onstuimige expansie in de hand gewerkt van ‘schaduwbankieren’, de financieele activiteiten van niet-banken, die nagenoeg buiten schot blijven en gemakkelijk een nieuwe internationale liquiditeitscrisis kunnen veroorzaken. Internationale overeenstemming over risico-beperkingen in het bankwezen, zoals de isolering van een retailbank (‘ring-fencing’) binnen een grootbank, blijkt totaal afwezig. Anders gaan die banken, vanwege de hogere kosten, er vandoor, zoals de machtige HSBC in Groot-Brittannie al heeft gedreigd te doen.
Trouwens, de verzekeraars kunnen er ook wat van. Die slimmerikken zijn druk bezig om hun risico’s te verschuiven naar ingewikkelde pakketten van herverzekeringsregelingen (‘bundled’ arrangements), waardoor de onderliggende risico’s worden verdoezeld. De vergelijkingen met de gangbare Subprime pakketten van 2008, die de kredietcrisis ontketenden, zijn frappant! De steeds populairdere, hoog-renderende catastrofe-obligaties lijken daarom een ramp. die staat te gebeuren. De aardbeving in Nepal heeft minstens $ 4 miljard schade berokkend, maar slechts $ 100 miljoen was verzekerd. Zoiets in Californie (‘The Big One’) zou wel eens heel andere koek kunnen zijn.
Tegelijkertijd is men naarstig bezig om te proberen het derivatenmonster van minstens $ 700.000 miljard te temmen. De onzichtbare derivatenberg, die door de financieele instellingen onderling (Over-The-Counter) overeind wordt gehouden, zou moeten worden overgeheveld naar 4 grote verrekeningsinstituten (Clearing Houses). Maar door hun onzeker financieel fundament is het gevaar voor een systeemcrisis allerminst geweken. Vele Amerikaanse grootbanken hebben hun derivatenposities al ondergebracht bij de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC), waardoor een eventuele noodsituatie kan worden afgewenteld op de belastingbetaler.
Belastingbetaler en, nu vooral, depositohouder (=kredietgever), staat gij weer paraat, als het misgaat?
Daarom kan men alleen maar het ergste vrezen, als het soepele monetaire beleid van liquiditeitscreatie (QE) en van nul- en negatieve rente ooit eenmaal moet worden gedraaid. De onbedoelde effecten van dit beleid stapelen zich immers op. Vergelijk het maar met de verdoving van een patient bij een operatie. Op een gegeven moment moet die verdoving worden beeindigd, ongeacht de mogelijke bijwerkingen of complicaties. Anders verwisselt de patient het tijdelijke voor het eeuwige! Het onorthodoxe monetaire beleid was nodig om het systeem te redden, maar uiteindelijk is de terugkeer naar een ‘normale’ korte rente onontkoombaar, hoe pijnlijk de gevolgen ook zijn en hoe goed of slecht de economie er ook voorstaat. Anders gaat het systeem toch failliet. De autoriteiten hebben geen vat op de langere rente, die door de markt wordt bepaald, al naar gelang de inflatie- en groeiverwachtingen. Structurele stagnatie, vergrijzing en deflatie zouden kunnen leiden tot een structureel lagere lange rente. Japan ging ons voor! Geen economisch ‘model’ is hiertegen opgewassen. Economie is nu eenmaal geen wiskunde.
Er is echter een wereldwijde kredietbubbel, die niet alleen in de lucht moet worden gehouden, maar die in wezen ook nog exponentieel moet blijven groeien. Anders volgt een economische depressie van ongekende omvang. Vandaar de huidige mentaliteit onder de beleidsmakers van: ‘na mij, de zondvloed’. Vooral geen schuldsanering, want het risico van een herhaling van een faillissement van Lehman Brothers is eenvoudigweg niet te overzien. Landenfaillissementen zijn helemaal uit den boze. Totdat de kracht van de natuur de overhand neemt.
Om de natuurlijke inkrimping van de excessieve kredietbubbel tegen te gaan, is kwantitatieve verruiming (QE) in het leven geroepen. De Centrale Bank koopt staatsobligaties op in ruil voor liquiditeiten aan het financieele systeem (‘asset swap’). De Staat moet de rente daarop aan de Centrale Bank uitbetalen. Alle winst van de Centrale Bank komt echter weer ten goede aan de Staat, wat dus betekent, dat de Staat rente betaalt aan zichzelf. Dit vermindert het begrotingstekort en in feite ook de staatsschuld. Voorwaarde is wel, dat de Centrale Bank alle opgekochte staatsobligaties blijft verlengen en nooit verkoopt. Hoe meer staatschuld wordt opgekocht, des te kleiner wordt de staatsschuld! De Centrale Bank schakelt de markt in staatsobligaties eenvoudigweg uit en neemt, namens de Staat, die gehele markt over. De Bank of Japan is al hard op weg. Die heeft al zovele Japanse staatsobligaties opgekocht, dat het net lijkt alsof de staatsschuld als percentage van het Bruto Nationaal Product is gedaald van 250% naar 200%! De gemiddelde rente daarop is al het allerlaagst van alle 34 landen in de OECD en de rentekosten zijn slechts 1% van het Bruto nationaal Product tegenover het OECD-gemiddelde van 1.6%. Briljanter kan het niet. Er komt dus nooit meer een financieele crisis, want de almacht van de Centrale Bank garandeert een eeuwig lage rente.’Spiegeltje,spiegeltje aan de wand, wie is het schoonste in het land?’
Bovendien luidt de theorie(!), dat bij nul- of negatieve rente, schuld oneindig kan blijven stijgen. Want alleen de rentebetaling moet regelmatig op tafel komen, maar de hoofdsom van schuld behoeft toch nooit te worden afgelost. Er is dus geen vuiltje aan de lucht! Het schuldprobleem is hierdoor uit de wereld geholpen. Gelooft u al in het zorgeloze paradijs? Toch nemen talrijke kamergeleerden dit serieus. Dat komt ervan, als men niet in het echte leven staat.
Laat er, helaas, aan deze geniale bedachtsels nou toch een einde komen! Want de onbedoelde gevolgen daarvan, doet dit luilekkerland de das om. Vooral bij negatieve rente zullen verzekeraars en pensioenfondsen niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Mits de regels dat toelaten (na een eventuele wetswijziging), zullen zij hun risico’s aanzienlijk verhogen, door meer te beleggen in aandelen, hedge funds en onroerend goed. Of in peperdure, illiquide infrastructuurfondsen. Stel je voor, weer een paar goktenten erbij! Bij vastrentende waarden is men in ieder geval verzekerd van de hoofdsom op de einddatum. Maar riskante activa kunnen, bij tegenwind, 50% tot 90% instorten of verdwijnen. Of zorgen eeuwige QE en ‘financial engineering’ (-kredietgedreven- aandelen inkoop door bedrijven) ervoor, dat er nooit meer een beurscrash komt? Te mooi om waar te zijn! Talloze financieele instellingen dreigen failliet te gaan, welke actie zij ook besluiten te ondernemen. Het beest verslindt zijn eigen kinderen!
Tegelijkertijd is er een wedloop bij de autoriteiten om zo spoedig mogelijk het bezit van baar kasgeld drastisch te beperken, want anders wordt dat straks ondergebracht in bankkluizen of beveiligde pakhuizen. Tijd voor ruilhandel of winkelcoupons? Je moet er maar op komen! Bankruns zijn een kwestie van tijd. Het onbedoelde gevolg van dit vernuftig monetaire beleid is een knullige systeemcrisis, omdat het vertrouwen opeens zal vervliegen. Het duurt heus geen 10 jaar , hoor! Het gapende verschil tussen arm en rijk, vanwege het kunstmatig oppompen van aktivamarkten, lijkt verder politiek steeds explosiever te worden. Revoluties zijn zeker de wereld nog niet uit! De top 1% heeft haar vermogen sinds de kredietcrisis zien verdubbelen (‘het vermogenseffect’), terwijl de middenklasse gebukt gaat onder een stijgende schuldenlast en een reeele daling van het gemiddelde inkomen. Men moet immers concurreren met loontrekkenden in de gehele wereld (‘globalisering’), de automatisering en, niet te vergeten, het internet.
Daarom gaat het roer om, uit puur zelfbehoud. Daarom komt er nog een grote klap in opgepompte aktiva. Daarom wordt er straks weer geroepen: ‘dat zullen de beleidsmakers toch nooit toelaten, want er is geen weg terug’. (herinnert u zich nog: ‘ze’ zullen de huizenprijzen nooit laten dalen…) Geen bubbel houdt het vol! Net zoals het vroegere FED-hoofd, Paul Volcker, in 1981, de rente verhoogde naar het ‘ondenkbare’ niveau van liefst 21.5% (Prime Rate) om de hoge inflatie van destijds in de kiem te smoren, zal de huidige, superlage rente weer moeten ‘normaliseren’ om een systeemcrisis af te wenden. De duizenden miljarden aan opgekochte obligaties zullen eveneens niet eeuwig op de balans kunnen blijven van de Centrale Bank. Geen Centrale Bank kan op den duur functioneren met een negatief eigen vermogen. Zodra herkapitalisatie van Centrale Banken aan de orde komt, zullen die obligaties niet meer worden verlengd of zelfs worden verkocht, wat neerkomt op een verkrapping van het monetaire beleid. In 2016 alleen al, lopen minstens $ 200 miljard aan Treasuries op de balans van de Federal Reserve af. Zal de FED dit keer gewoon toezien en geen actie ondernemen? Zullen Centrale Banken dit keer een mini-depressie op de koop toe nemen, net zoals in 1981, om te voorkomen, dat het systeem voorgoed verdwijnt?
Hoelang nog, voor de grote klap? Een paar jaar? Wat maakt het uit?
DIEDERIK SCHMULL
29 April, 2015
WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.
==