DE RACE NAAR DE BODEM
De risico’s in de wereldeconomie zijn enorm toegenomen. Het rentebeleid van de Amerikaanse Federal Reserve, met een minimale, gezicht-reddende, al of niet bestendige, renteverhoging, is van ondergeschikt belang. Waar het allemaal om draait is de overduidelijke marktverwachting van steeds lagere economische groei en inflatie op langere termijn, waar Centrale Banken geen greep op hebben en waardoor de rendementen van soliede staats- en kwaliteitsobligaties zullen blijven instorten. De 10-jarige rendementen van Treasuries (2.23%), van Duitse Bunds (0.59%) en van de Nederlandse Staatslening (0.76%) zijn in de komende jaren op weg naar respectievelijk 1.00%, 0.20% en 0.30%, wat weer een forse opwaardering zou betekenen voor dit soort populaire papier, wat geldt als het essentieele onderpand voor het kredietsysteem. Er is allang sprake van een afvlakkende yield(‘rente’)curve, waarbij korte en lange rendementen zich naar elkaar toe bewegen, wat duidt op almaar dalende inflatoire verwachtingen.
De wereld heeft nu eenmaal teveel van alles, vooral van kapitaal! De totale beschikbare wereldliquiditeit wordt geschat op $ 100.000 miljard, terwijl het wereldwijde Bruto Nationaal Product in de buurt ligt van $ 80.000 miljard. Maar het werkkapitaal om de wereldeconomie draaiende te houden, wat steeds vermindert door de snelle technologische ontwikkelingen, is slechts $ 46.000 miljard (bedrijfsleven: $ 40.000 miljard en huishoudens: $ 6.000 miljard)(https://c2fo.com/). Door de overtollige liquiditeit, is de wereld nu uitgegroeid tot een gigantisch casino, vol met flitshandel en derivaten ($ 500.000 miljard plus), die weinig bijdragen tot de economische vooruitgang. De opeenhoping van financieele middelen is natuurlijk een deugd, maar een efficiente allocatie daarvan lijkt een systeemprobleem. Dus beurskoersen en huizenprijzen zijn kunstmatig opgepompt en hebben nauwelijks iets te maken met de echte economische gang van zaken. Niemand weet hoelang zeepbellen kunnen worden opgeblazen, voordat het geheel in elkaar klapt. Vast staat, dat een overvloed aan kapitaal altijd leidt tot zelfvernietiging: na een onjuiste prijsbepaling (‘mispricing’) en een bovenmatige hefboomwerking, volgt een instorting van waarderingen. Waarna de hooivorken van het gewone volk tevoorschijn komen, die korte metten maken met de top 1% en de historische ongelijkheid.
De onjuiste prijsbepaling (‘mispricing’) in de markten wordt ook nog in de hand gewerkt door de versplintering van markten na de financieele crisis in 2008, omdat het vertrouwen van de financieele spelers in elkaars kredietwaardigheid als tegenpartij voorgoed is verdwenen. Onderschat dit verschijnsel niet, want een systeemcrisis is dan nooit ver weg. Er is een verontrustend verschil tussen de waardering van de gigantische derivaten ten opzichte van de onderliggende activa, omdat arbitrage ontbreekt om het een en ander recht te trekken. Arbitrage is ontmoedigd door de veel strengere financieele reguleringen om systeemrisico juist tegen te gaan. De gevolgen van een onjuiste prijsbepaling van ‘swap’-tarieven (rente bij activaruil) voor de toekomstige waardering van pensioen- en levensverzekeringspolissen zullen menigeen onaangenaam verrassen.
De overcapaciteit en de deflatie zullen in de wereld, met name in de Ontwikkelde Landen, ernstig toenemen, naarmate China gedwongen wordt om haar overgewaardeerde valuta (50%?!), de Renminbi (RMB), verder te devalueren. Dit wordt de allerbelangrijkste trend in de komende paar jaar. De Chinese kapitaalvlucht lijkt zich te verhevigen, met, in afgelopen November, een van de grootste dalingen in Chinese deviezenreserves ooit. De RMB/USDollar staat al op het laagste niveau in 4 jaar! Ondertussen vallen de Chinese import- en exportcijfers als een baksteen. Nu de RMB de status van IMF-reserve-valuta heeft verkregen, is de weg vrij voor haar ‘onbedoelde’ deelname aan de internationale valuta-oorlog. Na het startschot van de 35% devaluatie van de Yen, sinds 2012, staat China klaar om het gehate Japan een koekje van eigen deeg te geven. Dat kan de nekslag geven aan ‘Abenomics’, het Japanse stimuleringsprogramma, dat voornamelijk steunde op monetaire verruiming (QE), waardoor Japan nu meer exporteert naar China dan naar Amerika, haar traditionele handelspartner. Maar voor de noodlijdende Opkomende Markten, met de grondstoffenprijzen in een vrije val en met hun excessieve externe Dollarschulden, is een dergelijke ontwikkeling funest. Het internationale bankwezen zit straks weer met de gebakken peren van leningen, die in gebreke blijven. Uiteindelijk eindigt elke valuta-oorlog altijd zonder winnaars.
Geen enkele Centrale Bank heeft voorlopig enige mogelijkheid om haar balans te verkleinen door de opgekochte activa van de hand te doen. De, via monetaire verruiming (QE), verkregen obligaties, die aflopen, moeten wel worden herbelegd, want de economische groei blijft ver beneden alle verwachtingen. Wat een opluchting voor speculanten! Bovendien is de duur van het huidige economische herstel in Amerika (78 maanden!), dankzij een nieuwe schuldenexplosie, reeds langer dan 29 van de 33 economische cycli sinds 1854 (WSJ)! Ondertussen kan het feest op aandelenmarkten daarom best nog even voortduren voor degenen, die een laatste dans op de Titanic niet schuwen. Ondanks een, mogelijk tijdelijke, rente-verhoging, is er van een echte monetaire ‘verkrapping’ nog geen sprake. Een ‘opzettelijke’, ‘na mij de zondvloed’, superhausse, gelijk aan die van 1927 tot 1929, kan niet worden uitgesloten, maar iedereen weet wat er daarna volgde!
Toch zijn de markten zelf stilletjes bezig om het leven steeds zuurder te maken. De hogere Dollar, de hogere reele rente, de dalende internationale deviezenreserves en de hogere risico-opslagen (‘credit spreads’, de renteverschillen tussen bedrijfs- en staatsobligaties) zorgen voor de nodige pijn. Om maar te zwijgen over de ingezakte rommelobligaties (‘High Yield’ bonds) en de duikelende hefboomfinancieringsleningen (‘Leveraged Loans’). Daarbij verkeert de gemiddelde Centrale Bank in een beleidsverlamming. Niets schijnt de werkelijke economie op gang te kunnen krijgen of de inflatie te kunnen verhogen.
Daar komt geen verandering in, ookal probeert men zijn toevlucht te zoeken tot nog veel krankzinnigere, onorthodoxe, maatregelen. Waarschijnlijk heeft het instrument van monetaire verruiming (‘Quantitative Easing’, QE) zijn langste tijd gehad. De Amerikaanse Federal Reserve en de Bank of England zijn er allang mee gestopt. De Zwitserse Nationale Bank en de Bank of Japan lijken de grens te hebben bereikt om hun opkoopprogramma’s in de praktijk uit te breiden. De Europese Centrale Bank doet nog heel stoer, maar de verwachte uitbreiding van QE bleef uit. Negatieve rente, zoals vooral in Zwitserland en Denemarken? De voorspelde ‘steilere’ yield(‘rente’)-curve, met hogere lange rentes, kwam niet uit. Hogere begrotingstekorten? De ruimte daarvoor lijkt beperkt door de excessieve staatsschuld, die rekening moet houden met de ratings voor kredietwaardigheid. Helicoptergeld, met een directe uitkering aan de burgers? Te riskant en daardoor het minst waarschijnlijk, zeker in Amerika.
Teveel schuld, als percentage van de economie, is een tikkende tijdbom en is de hoofdreden voor economische stagnatie. Want dit leidt tot uiterste voorzichtigheid en gedwongen schuldafbouw, welke zorgen voor een te lage economische groei. Zonder voldoende inkomensgroei is het een kwestie van tijd, dat zo’n tijdbom ontploft. Het is weer zover! Maar dit keer zijn het bedrijfsleven en de overheid aan de beurt, nadat de huishoudsector en het bankwezen al in 2008 een kopje kleiner werden gemaakt. De schuld van het bedrijfsleven, wat voornamelijk werd aangewend voor aankoop van eigen aandelen, niet voor investeringen, slaat alle historische records, net op het moment, dat de bedrijfswinsten het laten afweten. Tegelijkertijd staat de excessieve staatsschuld onder druk, vanwege de inkrimping van de wereldhandel en tegenvallende belastinginkomsten. Let wel: verlenging en aflossing van schuld kunnen wel over een langere periode worden uitgesmeerd, maar schuld verdwijnt nooit, zelfs niet die van honderden jaren geleden, behalve bij een faillissement. Groot-Brittannie heeft op 27 Maart, 2015, eindelijk de schuld van o.a. de South Sea Bubble (1720!) afgelost: https://www.gov.uk/government/news/repayment-of-26-billion-historical-debt-to-be-completed-by-government
Wie volgt?
Een heel Prettig Kerstfeest en een Heel Goed Uiteinde toegewenst aan allen!
DIEDERIK SCHMULL
18 December, 2015
WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.
@@@