VERBIJSTERD
Er heerst verbijstering alom over de laagste rente in 5000 jaar en de indrukwekkende waardestijging van de obligatiemarkt, naarmate de daling van obligatie-rendementen, vooral in 2016, in een stroomversnelling is geraakt. De meeste ‘deskundige’ waarnemers hadden erop gerekend, dat deze 35-jarige(!) ‘zeepbel’ allang zou zijn gebarsten. Sinds 2000, zijn obligaties, gemiddeld, met name de langere, 30-jarige Amerikaanse Treasuries, tweemaal zoveel gestegen als aandelen, met aanzienlijk minder risico! Sinds 1981, dus in de laatste 35 jaar, zijn obligaties gemiddeld 320 maal omhoog en aandelen ‘slechts’ 50 maal, inclusief herbelegging van het dividend, wat 50% vormt van het totale aandelenrendement. Een dividend van een aandeel is echter nooit gegarandeerd en wordt vaak niet eens verdiend, maar geleend. Zie voor overzicht en gratis download:
https://www.credit-suisse.com/us/en/about-us/media/news/articles/media-releases/2016/02/en/credit-suisse-global-investment-returns-yearbook-2016.html
Verschillende aandelen-indices, zoals de Dow Jones, de S&P 500 en de NASDAQ, mogen dan een nieuw hoogtepunt hebben bereikt, maar die constatering is onvolledig. Sinds het vorige hoogtepunt in 2000, 16 jaar geleden, lijkt de S&P 500, inclusief de uitgekeerde dividenden (‘total return’), te zijn verdubbeld. Maar na aftrek van inflatie, was het ‘reeele’ rendement 40%, ondanks de tussentijdse ineenstortingen van 2000 tot 2002 en van 2007 tot 2009, welke aantonen, hoe risicovol en volatiel aandelen wel kunnen zijn. Toch zijn de aandelenmarkten slechts bijzaak (‘sideshow’), vergeleken met de obligatiemarkten, die wereldwijd tweemaal zoveel waard zijn (McKinsey).
Wat nu? Was de recente waardestijging van 30-jarige Treasuries, tot dusver in 2016, in de laatste 8 maanden, van zo’n 20%, niet een beetje teveel van het goede? De vooruitzichten blijven echter uitstekend. Mocht het rendement van de 30-jarige Treasury (2.25%), in de komende jaren, met nog eens 1% dalen, dan stijgt de waarde weer met 24%. Het rendement van de 30-jarige Japanse staatsobligatie (JGB) is slechts 0.36%, van de Duitse Bund 0.46% en dat van de Nederlandse staatslening 0.53%. Zo’n verschil in waardering van hun staatsobligaties tegenover Treasuries is volstrekt onterecht. Amerika maakt, sinds de Tweede Wereldoorlog, dus 71 jaar, immers nog steeds de dienst uit in deze drie landen, met 100,000 gestationeerde Amerikaanse militairen en niet andersom! Er zijn bovendien nog eens 50,000 Amerikaanse militairen gestationeerd in 147 andere landen. Stel je eens voor, als Amerika er genoeg van krijgt om op te draaien voor de militaire paraplu van andere landen. Dan zouden hun overheidsfinancieen er wel eens anders uitzien!
Om maar te zwijgen over het rendement van de 30-jarige staatsobligatie van het zwakke Frankrijk: 0.94%! Zelfs de 30-jarige staatsobligaties van hopeloze gevallen als Spanje (2.04%) en Italie (2.11%) hebben een lager rendement dan dat van de 30-jarige Treasury! Elke tegenwind in de Treasury-markt is daarom tijdelijk en dus een koopgelegenheid. Elke schijnbare economische reflatie, via nog meer monetaire stimulering, welke rente en inflatie omhoog zou kunnen stuwen, is niet vol te houden en zakt als een pudding weer in elkaar. Het Grote Geld in landen, met steeds negatievere rente, staat juist te springen om, bij elke consolidatie, nog meer Treasuries in te slaan. Want als globalisering aan terrein verliest en nationalisme de kop opsteekt, dan is het autarkische Amerika, dat zelfvoorzienend is in energie and graan, relatief de grootste winnaar.
Wat ook de echte reden is voor de instorting van Treasury-rendementen en dientengevolge hun waarde-vermeerdering, zal over enige jaren wel blijken. Hoogstwaarschijnlijk is het een combinatie van economische malaise vanwege excessieve schuld, chronische deflatie, toenemende vergrijzing en bovenal, van steeds aggressievere obligatie-aankopen (QE) door de Centrale Banken. Het tekort aan Treasuries, benodigd voor onderpand-doeleinden, met name voor de duizenden miljarden van derivaten, wordt steeds nijpender. Maar zelfs als Treasury-rendementen onverhoopt niet meer zouden dalen, om welke reden dan ook, dan blijven Treasuries nog bijzonder aantrekkelijk, vanwege hun reeele rendement, na aftrek van inflatie/deflatie.
Ondanks alles, zal de kans op enige terugkeer van inflatie en economische groei, echter van korte duur blijken te zijn. Nu het effect van kwantitatieve verruiming (QE) steeds minder wordt en zelfs negatieve bijverschijnselen vertoont (zoals gevaarlijke Negatieve Rente en onaanvaardbare vermogensongelijkheid), lijken de mogelijk laatste dobbels in het spel, zoals fiscale financiering via begrotingstekorten en zelfs ‘helikoptergeld’, om eventuele nieuwe infrastructuur- en defensie-uitgaven te dekken, weinig te zullen uithalen. Want die maatregelen moeten, noodgedwongen, binnen bepaalde perken worden gehouden, anders doemt er een valuta-crisis op. Overigens was het altijd al een raadsel, waarom men dacht, dat QE de economie op gang zou helpen. Bij lage of Negatieve Rente moet er juist meer gespaard of geleend worden om de uitgaven op peil te houden. Als de rijke buurman nog rijker wordt, vanwege activa-inflatie, zullen zijn uitgaven echt niet veel veranderen. Niets zal op den duur opgewassen zijn tegen de massieve, structurele deflatoire krachten van wereldwijde overcapaciteit, overproductie en schuldvermindering in de prive-sector. Reken maar, dat de al of niet gedwongen schuldvermindering in de openbare sector op een gegeven moment ook niet uit de weg kan worden gegaan. En wat te denken van de komende export van de, reeds 50 maanden durende, deflatie van China, via een versnelde devaluatie van de Yuan? Dan zal blijken, dat structurele deflatie in het Westen wel degelijk de overhand neemt, net zoals in Japan in de laatste 25 (!) jaar.
Toch lopen Centrale Banken reeds aan tegen de grenzen van QE. Zij ondervinden steeds meer ongemak bij institutionele beleggers, die weigeren vrijwillig afstand te doen van hun staatsobligaties, vooral in Japan, maar zelfs onlangs in Groot-Brittannie (de Giltmarkt). Verder is er al een stil protest aan de gang bij Europese verzekeraars en banken, vooral in Duitsland, die acties overwegen om de Negatieve Rente te ontlopen. Zij moeten nu jaarlijks 0.4% afdragen aan de ECB van het electronische geld (1000 miljard Euro), dat daar is gestald. Dit heeft, sinds 2014, reeds enkele miljarden gekost. De Zwitserse Nationale Bank (SNB) berekent zelfs 0.75%. Dat is ongeveer gelijk aan de kosten van verzekering van baar geld in een bankkluis. Maar een Zwitsers pensioenfonds kreeg onlangs geen toestemming van de SNB om hiertoe ook inderdaad over te gaan. Het is echter duidelijk, dat Negatieve Rente tegen een muur aanloopt, ondanks de afschaffing van bankbiljetten met een hoge denominatie, die trouwens onmiddellijk zouden worden vervalst en hun eigen hyperinflatie zouden beleven. Zie het fascinerende verhaal over de Shilling van Somalie van 25 jaar geleden:
http://jpkoning.blogspot.co.uk/2013/03/orphaned-currency-odd-case-of-somali.html
http://jpkoning.blogspot.co.uk/2016/02/can-central-bank-eliminate-its-highest.html
Gelooft men nu werkelijk het financieele systeem te kunnen redden door nog meer morfine toe te dienen? De pijnstillende werking van ‘eeuwige’ monetaire superstimulering, waarbij Centrale Banken ervoor zorgen, dat het werkelijke prijsmechanisme van de markten niet meer functioneert, kan het gehele kapitalistische systeem om zeep helpen. Is hier misschien opzet in het spel? Het doet bijna denken aan de ‘Coup de Whiskey’, die het toenmalige hoofd van de New Yorkse FED, Benjamin Strong, aan de markten in 1927 toediende, om de gevolgen van de onroerend goedcrisis in Florida, sinds 1925, te verhelpen. In 1925, het laatste jaar van die 5-jarige landhausse, was er sprake van een grondprijsstijging van gemiddeld 400%, voordat er een einde kwam aan deze spectaculaire zeepbel, die leidde tot een diepe economische depressie aldaar. Maar de daarop volgende, kunstmatige hausse in de aandelenmarkten tot 1929 was de voorbode voor een ontzaglijke economische instorting, die het kapitalistische systeem destijds bijna de kop kostte. Herhaalt de geschiedenis van deze nachtmerrie zich?
We leven in een nieuwe tijd, waar spaargeld ogenschijnlijk uit de gratie moet geraken (‘Cash is Trash’). Centrale Banken lijken alles, wat waardevol is, met hun oneindige geldbuidel, op te slokken, zodat het schaars en nog waardevoller wordt. Bijna alle beleggingscategorieen stijgen tegelijk, ongeacht de economische factoren. Beleggingsexperts staan hierover natuurlijk ook verbijsterd. Dus het valt niet mee om, met kasgeld, aan de zijlijn te blijven staan, terwijl iedereen nog rijker schijnt te worden. Waar het echter om draait is, wat de beste beleggingsstrategie zal blijken, gedurende een langere periode van bijvoorbeeld de komende 10 jaar. En dan is de kans, dat een strategie, die haaks staat op de huidige bedoelingen van de Centrale Banken, namelijk een overwogen positie in kasgeld, liefst Dollars, uiteindelijk de meeste vruchten afwerpt. Want opgepompte en overgewaardeerde activa in een tijd van ZIRP en NIRP (Zero/Negative Rates) worden uiteindelijk afgestraft en zullen een vergelijkbare val beleven als de mythologische figuur Icarus, die te dicht bij de zon vloog. De Centrale Banken zijn niet almachtig en zullen het barsten van de zeepbellen (zie 2000 en 2008!) niet kunnen voorkomen.
Of moeten we rekening houden met een hyperinflatie-scenario, waarbij bijna iedereen alles verliest, kasgeld juist een ‘hete aardappel’ wordt en de omloopsnelheid van het geld de pan uit rijst? Sommige waarnemers blijven steevast volhouden, dat een superkrediethausse altijd eindigt met de nekslag voor een valuta, spaargeld en de oudedagsvoorziening, waarbij de rente ook nog eens stijgt tot in de stratosfeer. Er is immers geen grens aan ‘gelddrukken’, doordat de Goudstandaard werd afgeschaft. Bovendien hebben zich 55 hyperinflaties (met inflatie van 50% + per maand) voorgedaan in de laatste 100 jaar. De ergste hyperinflatie ooit, vond in Hongarije plaats in 1946: het prijsniveau steeg, op een gegeven moment, met 150,000% per dag!
Gelukkig komt hyperinflatie hoogstzelden voor, vooral in bepaalde ontwikkelde landen, en is vaak het gevolg van hele sporadische omstandigheden, zoals het onvermogen om voldoende belasting te heffen of staatsobligaties uit te geven tijdens een crisis. Men zou kunnen stellen, dat het huidige superstimuleringsbeleid van de Centrale Banken, dat een bewuste activa-inflatie nastreeft oftewel een ‘crackup hausse’ (‘katastrophenhausse’ volgens Ludwig von Mises), uiteindelijk met de ondergang van het geld en van het financieele systeem eindigt. Tegelijkertijd moet men echter niet vergeten, dat de tienduizenden miljarden, die de Centrale Banken ‘uit de dunne lucht’ tevoorschijn hebben getoverd sinds de financieele crisis van 2008, nog steeds ‘gevangen’ zitten op hun balansen en nog niet de kans hebben gekregen om te ontsnappen naar de reeele economie, wat hyperinflatie waarschijnlijker zou kunnen maken. Waarom zou deze ‘gevangenschap’ niet nog eens 100 jaar of langer kunnen duren? Bij de afloop van aangekochte obligaties, worden dan nieuwe aangekocht, die de balans eveneens voorlopig nooit zullen verlaten.
De geschiedenis leert ons, dat we in het leven niets moeten uitsluiten, ook hyperinflatie niet. Maar daarom zorgen we ervoor, dat ons vermogen gespreid is en niet uitsluitend is geconcentreerd in een bepaalde beleggingscategorie. Alles is tegenwoordig mogelijk, zelfs oorlog. Daarom blijven we ook Fysiek Goud, in baren of munten, op eigen naam of in een extra verzekerde bankkluis, liefst in een ‘veilig’ land (Canada, Zwitserland, etc), door dik en dun vasthouden, ongeacht de prijs, als deel van ons vermogen, als verzekering tegen het ‘ondenkbare’. En we zwijgen daarover in alle talen met onze omgeving, maar spelen wel open kaart met de autoriteiten, als het toevallig belastbaar of verbeurdverklaard (‘geconfisceerd’) wordt. Want niets, maar dan ook niets, kan op den duur geheim worden gehouden. Daar zorgt het ‘derde oog’ voor!
DIEDERIK SCHMULL
17 Augustus, 2016
WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.
@@@