Translate

donderdag 7 juli 2016

NIETS BLIJFT MEER BIJ HET OUDE


NIETS BLIJFT MEER BIJ HET OUDE

De markten schreeuwen al enige tijd luidkeels, dat er een systeemcrisis opdoemt. Als het Grote Geld vlucht naar veilige havens, zoals soliede staatsobligaties met rendementen, die totaal instorten, dan is er iets goed mis. Het Grote Geld heeft allang de hoop op rendement opgegeven en is er nu uitsluitend op uit om, desnoods met verlies, kapitaal veilig te stellen. Staatsobligaties ter waarde van bijna $ 9000 miljard plus bedrijfsobligaties ter waarde van $ 3000 miljard, vertonen nu een negatief rendement! Tegelijkertijd glijden de koersen van de bankaandelen weer op grote schaal uit.  Dit is een teken, dat het financieele systeem onder gruwelijke druk staat. Slimme beleggers nemen deze waarschuwende boodschappen van de markten ter harte en bereiden zich voor op een wereld, waar niets meer bij het oude blijft.


De, nog onbekende, details van die nieuwe wereld zijn puur nattevingerwerk. Maar de toekomst werpt, historisch gezien, haar schaduw vooruit via het geheel van vraag en aanbod. De schijnbaar almachtige beleidsmakers en Centrale Bankiers, met hun neiging om de markten te beinvloeden, zijn uiteindelijk volkomen machteloos bij een catastrofale, financieele dambreuk. Zo’n dambreuk komt steeds naderbij, naarmate excessieve, improductieve schuld stijgt en economische groei stagneert. In het geval van een economische recessie, is het hek helemaal van de dam!

Na Brexit, wat uiterst deflatoir is, lijkt de periode van superlage en negatieve obligatierendementen, zelfs na 35 jaar van daling, vreemd genoeg, pas in de kinderschoenen te staan. Een expansief monetair beleid bij alle Centrale Banken (zelfs bij de FED?), wat rendementen verder naar beneden drukt, wordt voorlopig standaard. Bovendien is het verschil in rendement tussen de 2-jarige en 10-jarige Treasury in 9 jaar nog nooit zo gering geweest (‘afvlakking van de rendementscurve’). Een teken van recessie? De boodschap van de markt is meer dan ooit, dat de economische wereldgroei, na Brexit, nog meer zal tegenvallen, terwijl de winstgroei van bijvoorbeeld de S&P 500 aandelenindex, reeds gedurende de laatste 4 kwartalen het heeft laten afweten. Aandelen en Onroerend Goed, pas op!

De voorafgaande 60 jaar werden gekenmerkt door wederopbouw, geboortegolf, globalisering, vrijhandel, consumptiecultuur, exponentieele kredietexpansie, democratisering en inflatie. De komende 60 jaar kunnen daarvan het tegenbeeld zijn, waarbij de dromen van vroeger worden weggevaagd. Een stadium van deflatie, protectionisme, stagnatie, vergrijzing, kredietschaarste, langdurige soberheid en meer autocratie, doemt op.

Als een donderslag bij heldere hemel, kwam Brexit dus zomaar uit de lucht vallen net zoals de schijnbaar kansloze presidentskandidatuur van Donald Trump. Ondanks alle signalen, waaraan de meeste beleidsmakers besloten voorbij te gaan, lijkt de toekomst opeens veel minder voorspelbaar dan ooit. Onzekerheid troef! De meeste super-traders van de financieele sector zagen dit niet aankomen en verloren honderden miljarden. Het rendement van de 10-jarige Britse staatsobligaties (Gilts) is in een week na het referendum, met 40% ingestort naar een record laagtepunt en de hoogste waardering ooit. Het rendement is vooralsnog positief, in tegenstelling tot dat van de 10-jarige staatsobligaties van Duitsland (Bunds) en Japan (JGB), welke negatief is, net zoals dat van de 50-jarige (!) Zwitserse staatsobligatie. Maar het Pond Sterling tegenover de Dollar zakte in, naar een 31-jarig laagtepunt, waardoor de 184-jarige neergaande trend in deze valuta, vanwege het grote tekort op de lopende rekening, weer definitief werd bevestigd.

Hoe nu verder, na de scheiding? Verder naar de toekomst kijken, lukt niet. Men zal nu in het begin, van dag tot dag, moeten leren leven. Er zijn voorlopig veel meer vragen dan antwoorden en een oneindig aantal mogelijke scenarios. Wel of geen Brexit (Exit Brexit), ondanks een onbevredigend referendum, met een verschil van 2%, waardoor de Britse verdeeldheid ernstig werd blootgelegd? Opeens begint het te dagen, dat velen bereid zijn om toch invoertarieven te betalen voor de toegang tot een markt in ruil voor eigen soevereiniteit en meer zeggenschap over immigratie. Er bestaan vaak belangrijkere zaken dan uitsluitend materieele. Politieke integratie binnen een gemeenschappelijke markt, is voor velen een brug te ver. Wie is eigenlijk het zinkende schip, de EU of Groot-Brittannie, met haar aanzienlijke EU-bijdrage (10 miljard Euro), zelfs na de destijds overeengekomen korting (‘rebate’)? Opvallend is, dat de export naar de EU, als percentage van de economie, van niet-leden van de EU, zoals Noorwegen, Ijsland en Zwitserland, met hun eigen handelsovereenkomsten, hoger is dan die van vele leden van de EU. Stel je voor, als Nederland, Zweden, Denemarken en Finland aanstalten maken om de EU ook vaarwel te zeggen?

Maar er staat wel een akelige, jarenlange, strijd voor de deur, waarbij de emoties hoog kunnen oplaaien. De tijd heelt alle wonden, maar er is meer voor nodig. Toch zijn de EU en Groot-Brittannie uiteindelijk beter af, wanneer beide partijen niet het gevoel krijgen teveel tekort te schieten. Verder zouden de schokken, veroorzaakt door Brexit, alleen maar verergeren, indien Groot-Brittannie niet de gelegenheid zou krijgen om het een en ander te heroverwegen. Het referendum was niet bindend, zoals in Zwitserland. Een tweede referendum met enige EU-concessies over immigratie, hoe onwaarschijnlijk dat nu ook lijkt, tegelijk met algemene verkiezingen, zou een andere uitslag kunnen geven en het financieele systeem kunnen stabiliseren. Bovendien hebben de kopstukken van Brexit, zoals Boris Johnson en Nigel Farage, het veld geruimd. Premier David Cameron, die verantwoordelijk was voor het houden van dit riskante referendum, wordt straks een gewone politicus. Waar zijn echter de staatslieden van formaat, zowel in de EU, als in Groot-Brittannie, die de komende onderhandelingen tot een bevredigend einde zouden kunnen brengen?

Het is intussen opmerkelijk, dat de Europese Commissie onder leiding van Jean-Claude Juncker, haar eerste nederlaag al heeft geleden. De handelsovereenkomst tussen Canada en de EU (CETA), die al in 2014 werd afgerond, kan er niet worden doorgejaagd door de Europese Commissie zelf. Deze overeenkomst moet officieel worden bekrachtigd door alle lidstaten van de EU, al of niet met parlementsgoedkeuring. Handelsverdragen zijn politiek zo gevoelig geworden, dat sluiting daarvan nu zeer tijdrovend is, terwijl er een grote kans bestaat, dat die in de vergeetput worden gegooid. Wat een uitdaging voor de onderhandelende partijen!

De experimentele droomprojecten van de Europese Unie en de Eurozone (28% van de wereldeconomie) staan op het spel. Het einde daarvan zouden Brexit (6% van de wereldeconomie) totaal in de schaduw stellen. Maar naarmate die steeds meer de richting opgaan van een superstaat, zal de onderlinge onenigheid alleen maar toenemen. Het vertrek van die lastige Britten geeft slechts tijdelijk soelaas. Het lijkt bijna een onmogelijke opgaaf om, bijvoorbeeld, veel toegeeflijkheid te verwachten tegenover de zwakke Europese lidstaten van de kant van het koppige Duitsland met haar gigantisch overschot op de lopende rekening. Probeer de cultuur van een natiestaat maar eens te veranderen! De grootste test voor Europa komt echter, zodra een wereldrecessie eindelijk weer eens toeslaat. Hoelang kan de ECB de ballen dan nog in de lucht houden? Houd ook rekening met de komende verkiezingen in de verschillende lidstaten. Met name die van Italie in 2018, waar de anti-Euro partij van Grillo, de Five Star Movement, steeds vaster in het zadel lijkt te zitten (burgemeesters in Rome en Turijn). De Eurozone heeft dus bananenschillen te over! Als men een beetje geld heeft, wordt een belang in Amerikaanse Dollars en Treasuries dus een bittere noodzaak.

Ondertussen staat Londen, dat overweldigend tegen Brexit gestemd heeft, in de kou. Brexit jaagt de internationale financieele sector de stuipen op het lijf. Er wordt al de mogelijkheid geopperd van een speciale status met een Londens visum. Wat al veel langer speelt, is echter het begin van het einde van de groei in financialisering, waarbij het belang van de financieele ten opzichte van de reeele economie steeds toenam. De enorme overcapaciteit in de financieele sector, wereldwijd, zal in de komende 10 jaar verdwijnen. De helft van de banken is gedoemd uit te sterven. Die trend zal door Brexit worden versneld.

Grootscheepse verplaatsing van de Londense sector (500,000 werknemers) naar andere steden, is onwaarschijnlijk, vanwege hoge kosten en het gebrek aan
talent en infrastructuur elders. Mocht 10% verhuizen, dan is er nog geen man overboord. Maar over 10 jaar is de financieele sector toch een schaduw van weleer, omdat de wereld is veranderd. De financieele bubbel is dan gebarsten. Wat Londen te wachten staat, lijkt echter wezenlijk verschillend van Montreal. Montreal heeft het sinds 1976 (Olympische Spelen), als zetel van de grootste Canadese bedrijven, moeten afleggen tegen Toronto, vanwege het felle Franse nationalisme, wat echter uiteindelijk niet leidde to onafhankelijkheid van Quebec (51% was tegen in 1995). Zelfs de Bank of Montreal verhuisde naar Toronto! Maar wat Londen nu overkomt, met een mogelijk levensgroot effect op de waanzinnig opgeblazen prijzen van onroerend goed (50% neerwaarts risico?), was ook gebeurd zonder Brexit. De gemiddelde prijs van een woning in Londen staat 20 keer zo hoog dan het gemiddelde inkomen per hoofd der bevolking. Na Brexit, lijkt die bubbel al naar de bliksem. Andere toplocaties, zoals New York, zullen later hetzelfde lot ondergaan.

Verder is weer eens aangetoond, dat onverantwoordelijke structuren bij beleggingsfondsen en ETF’s, voor onbepaalde tijd, kunnen leiden tot opschorting van uitbetaling. De bevriezing van opvragingen in de Britse (open-end) illiquide onroerend goedfondsen, ondanks de kasgeldbuffers, is een ramp, die stond te gebeuren. Onroerend goed hoort thuis in (closed-end), beursgenoteerde fondsen, die boven of beneden intrinsieke waarde staan. De verhandelbaarheid in talloze markten (bedrijfsobligaties!) wordt, om vele redenen, steeds droeviger, vooral tijdens een crisis. Daarom verdienen rechtstreekse beleggingen verre de voorkeur, behalve als het kapitaal te beperkt is. Vele gemeenschappelijke beleggingen zijn bovendien blootgesteld aan onzichtbare derivatenrisico’s, die dienen om het rendement op te krikken.

Inmiddels komt er voorlopig geen einde aan de overschotsituatie en overproductie van alle grondstoffen en de 8-jarige, neergaande trend in grondstoffenprijzen. Tussen 1999 en 2008 vond er een supercyclus plaats, voornamelijk gedreven door de investeringshausse in China, die heeft geleid tot massieve, kredietgedreven overinvesteringen in de mijnbouw. Het staat als een pijl boven water, dat de overproductie pas stopt bij aanzienlijk lagere prijzen, zodra talloze mijnen eindelijk in de mottenballen worden gelegd, vanwege een negatieve kasstroom (‘marginal cost’). De Thomson Reuters CRB Index is in 2016 weliswaar enigszins hersteld, maar staat nog 57% beneden het niveau van 2008. Een uiteindelijke daling van deze index in de orde van 90% is zeker niet ondenkbaar.

Alles wijst erop, dat een economische opleving, op korte termijn, slechts ijdele hoop is. Deze grondstoffenmalaise kan worden vergeleken met de decennia-lange, economische depressie, die volgde op de ongelofelijke spoorwegmanie in Amerika en Groot-Brittannie van 1840 tot 1847. Bent u voorbereid op structurele deflatie, met Dollar-kasgeld, Treasuries, Fysiek Goud als verzekering en een minimum aan schuld? Want de trend van de meerjarige devaluatie van de Chinese Yuan tegenover de Dollar (reeds een 6-jarig laagtepunt) is nu definitief ingezet. De uitbreiding van de dumpingpraktijken van Chinese goederen is niet meer tegen te houden. De Chinese overcapaciteit moet worden geexporteerd naar de rest van de wereld.


DIEDERIK SCHMULL

6 Juli, 2016                                                        WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

@@@