Translate

donderdag 25 februari 2016

DE DOMINO'S VALLEN


DE DOMINO’S VALLEN

Als er iets misgaat, komt het meestal echt niet uit de lucht vallen. Maar kunnen voortekenen niet bedriegen? Dat is totaal onbelangrijk, net zoals het juiste tijdstip waarop iets plaatsvindt. Als men zich staande wil houden, wacht men niet af, totdat het een en ander duidelijker wordt. De eerste domino’s, die vielen, waren steeds lagere economische groei en duikelende inflatie. Vervolgens de ‘onverklaarbare’ instorting van obligatie-rendementen en grondstoffenprijzen. Momenteel zijn de resterende ‘opgepompte’ activa, zoals aandelen en onroerend goed, aan de beurt. Maar de uiteindelijke domino, die het begeeft, is het wereldwijde, exponentieel uit de pan gerezen, schuldenmonster, welke de schijngroei aan de gang hield. Dat staat gereed om alles te verslinden, zodra economische stagnatie, laat staan een, ruimschoots late, economische recessie, zich aandient.


Wat ziet de wereld er straks anders uit, als gedwongen schuldsanering niet meer uit de weg kan worden gegaan! De schijnbaar kolossale inspanningen van de monetaire autoriteiten hebben weinig of geen effect gesorteerd. Het wanhopige beleid van Negatieve Rente heeft hier en daar al geleid tot terechte paniek. De Japanse bankaandelen zijn onlangs 20% gekelderd (en zelfs 46% na de ‘Abenomics’-top), sinds de onverwachte introductie van Negatieve Rente door de Bank of Japan (die dat eerst ontkend had!). Japan was de voorloper in monetaire superstimulering en lijkt de rest van de wereld de weg te wijzen naar hoe het niet moet. Meer dan 70% van de Japanse staatsobligaties (JGB’s), net zoals liefst $ 7.000 miljard van alle staatsobligaties ter wereld, hebben een negatief rendement. Enige handel in deze stukken kan men wel vergeten. De meeste beleggers kunnen die niet eens kopen. Het onorthodoxe Centraal Bankieren lijkt in Japan, voor het eerst, zijn Waterloo te zullen vinden! De ‘ondenkbare’, langdurige, structurele schulddeflatie is in aantocht en niets is daartegen meer opgewassen. Dit is een proces, dat zich in de geschiedenis telkens, bij elke generatie, schijnt te herhalen. Eeuwige welvaart, zonder de uiteindelijke kater van excessieve schuld als percentage der economie, moet helaas nog uitgevonden worden!

Vergeet alle gebeurtenissen van de laatste 60 jaar. Lees liever de geschiedenis van de jaren ‘20 en ‘30 erop na. Daarom zitten de meeste beleggingsdeskundigen van tegenwoordig ernaast. De oorlog tegen spaarders is de meest in het oog springende blunder van de beleidsmakers. Besparingen leggen juist de basis voor lange termijn investeringen en economische groei, niet liquiditeitscreatie uit de dunne lucht (‘QE’). Maar het onorthodoxe monetaire beleid (‘QE, ZIRP en NIRP’) loopt echt op zijn laatste benen en degenen, die dat negeren, zouden, met hun eigen excessieve schuld, tot de bedelstaf kunnen geraken. Want het is waanzin om van Centrale Banken te verwachten, dat zij, met hun huidige topzware balansen, hun opkoopprogramma eindeloos kunnen uitbreiden met (nog meer) bedrijfsobligaties, aandelen en onroerend goed. Er zijn grenzen aan hun extreme hefboom, want een vertrouwenscrisis is nooit ver weg. Een Centrale Bank met een negatief eigen vermogen kan nergens meer verschijnen. Verder is het hoogstonwaarschijnlijk, dat fiscale stimuleringen politiek haalbaar zijn in een klimaat van overmatige schuld en stricte begrotingsregels.

Excessieve schuld bij economische tegenwind, doet trouwens menigeen de das om en zal de groei nog meer verminderen. De NOBLE Group, de grootste grondstoffenhandelaar in Azie, is nu gedwongen om, bij de herfinanciering van haar kredietfaciliteit bij haar banken, driemaal zoveel rente te betalen als vorig jaar. Vergeet ook niet, dat ‘rood staan’ bij de bank opeens kan worden ingetrokken, net zoals in de jaren ‘30 gebruikelijk was. De gedwongen afslag van onderpanden, zoals nu in de noodlijdende mijnbouwsector, is pas begonnen en duurt nog heel lang.

Het ‘onverwachte’ monetaire beleid van normalisering staat geduldig zijn opwachting te maken. Men kan toch niet lijdelijk toezien, dat het financieele systeem implodeert door Negatieve Rente (wat door de Bundesbank onlangs al werd aangegeven) of dat Geld als betaalmiddel wordt bedreigd door ‘helikoptergeld’. Of dat de spaarpotten en pensioenfondsen van de burgers worden geplunderd door politici en bureaucraten. Waar is men eigenlijk mee bezig? De bestorming van de Bastille is nabij! Een pijnlijke chirurgische ingreep, die, op een gegeven moment, niet meer kan worden uitgesteld, is de enige kans om het financieele systeem te behoeden voor de ondergang. Soms moet men volledig contrair denken om enige greep te krijgen op de toekomst. De Centrale Banken zijn uiteindelijk uit op zelfbehoud. Het ligt daarom voor de hand om zonder meer rekening te houden met een ‘onverwachte’ normaliseringsactie, namelijk wel degelijk hogere rente, die vergelijkbaar is met die van ex-FED hoofd Volcker in 1981. Toen kwam er opeens een ‘ondenkbare’ 20% rente uit de lucht vallen om de, uit de hand gelopen, inflatie te beteugelen, wat lukte, na liefst 2 achtereenvolgende, diepe recessies. Maar de meeste beleggingsdeskundigen waren toen sprakeloos en totaal onvoorbereid. Niemand ‘durfde’ dat toch?

Wat te denken van de schok op Zwarte Donderdag, 15 Januari, 2015, toen de Zwitserse Nationale Bank, onverwachts, de heilige en ‘eeuwige’ koppeling met de Euro verbrak, waarna de CHF als een raket omhoog schoot? Bijna niemand van de hoogbetaalde vermogensbeheerders hield dat voor mogelijk. Het bloedbad onder valuta-speculanten en houders van CHF-hypotheken was de genadeslag voor velen. Daarom zal men zichzelf de schuld moeten geven, als het sprookje van de kunstmatige, opgepompte activa, opeens uit is.

Alle grootspraak van Centrale Bankiers (‘whatever it takes’) is doorgestoken kaart en vertroebelt nuchter denken. Het dient om de goegemeente, het niet kritische publiek, om de tuin te leiden. Wat niet is vol te houden, wordt altijd beeindigd, altijd. Timing maakt niet uit. Dit is de eindfase van een mislukt beleid. Mislukt, omdat inflatie en groei sinds dat beleid nog lager zijn uitgevallen dan daarvoor, en de ongelijkheid, plus de kwetsbaarheid van het financieele systeem (‘peak debt’), nog veel hoger.

Het roer moet om. De weg van de minste weerstand heeft zijn langste tijd gehad. Bloed, zweet en tranen liggen in het verschiet. Mensen als Donald Trump krijgen nu hun kans, tot verbijstering van de gevestigde orde. Hij pleit voor een accountantscontrole ('audit') van de Federal Reserve. Waar haalt hij het lef vandaan? De scherp lagere markten hebben hun ontzag verloren voor de ‘magie’ van de Centrale Banken en verdisconteren al de pijn van zo’n koerswijziging. Het Churchill-moment is aangebroken (‘we shall fight them on the beaches’, House of Commons, 4 Juni, 1940). Geleidelijk begint men zich gewaar te worden, dat het sprookje bijna uit is, maar echte paniek (scherp hogere volatiliteit - ‘VIX’-index) moet zich nog van de meesten meester maken. Als belangrijke steunniveaus (S&P 500: 1800?) zouden sneuvelen, dan kunnen de markten nog veel meer onheil aanrichten en is het hek van de dam. Onderschat dat niet, want de verhandelbaarheid in de markt is nu veel hachelijker dan ooit. Risico-aversie (‘Risk-Off’) betekent tegenwoordig, dat men weinig kanten op kan gaan, als men marktposities moet kwijtraken. Men zal genoegen moeten nemen met een veilingsprocedure, waarbij activa, via loven en bieden, van eigenaar verwisselen. Wanorderlijke handel wordt troef. Raad eens, wat er dan voor prijs uit de bus komt!

Met de huidige onzekere economische vooruitzichten, waarbij het ene na het andere land in een recessie geraakt, lijken de rendementen van, bijvoorbeeld, 30-jarige Treasuries, nieuwe, historische laagtepunten te zullen bereiken (met nieuwe hoogtepunten in waarderingen).  De obligatiemarkt is traditioneel de knapste leerling van de klas, met het ‘slimste’ geld, en ja hoor, de obligatie-rendementen zijn al 35 jaar in dalende trend, waardoor de obligatie-waarderingen, door dik en dun, zijn blijven stijgen. Velen zien nog niet in, dat deze dramatische ontwikkeling allesbehalve ‘tijdelijk’ is. Dit duurt nog heel lang, want de wereld is veranderd.

De afvlakking van de rendementscurve (‘flattening of the yield curve’), waarbij het rendement op langere kwaliteitsobligaties daalt, ondanks een expansief monetair beleid en ondanks negatieve rente (zie Europa) , wordt gedreven door krachtige structurele verschijnselen: gigantische overcapaciteit, demografie (zelfs in Amerika, ondanks de immigratie, is de gemiddelde leeftijd in de laatste 50 jaar toch met 10 jaar gestegen naar 40 jaar)(wat jammer, dat Centrale Banken geen baby’s kunnen ‘drukken’!), excessieve schuld als percentage van de economie, beperkt prijszettingsvermogen (‘pricing power’) door technologische vernieuwingen (internet), een algemene devaluatie van de meeste valuta’s tegenover de Dollar, vooral sinds 2011, een zeer hoog faillissementspercentage als gevolg van de instorting der grondstoffenprijzen, en aanhoudende bankencrississen. Men kan dus schijnbaar eindeloos wachten tot Sint-juttemis, voordat inflatie ooit terugkeert. De Amerikaanse inflatieverwachtingen, op 10-jaar basis, zijn ingestort naar het laagste niveau in 35 jaar (Cleveland FED). De massieve liquiditeitscreatie van de Centrale Banken kwam voornamelijk terecht in het financieele casino, waar financieele engineering hoogtij vierde (inkoop van eigen aandelen plus fusies en overnames), waardoor de aandelenmarkten kunstmatig omhoog gekrikt werden. De S&P 500 Buyback Index van de 100 maatschappijen, die hun eigen aandelen, voornamelijk met krediet, inkochten tussen 2009 en 2015, ging liefst met 500% omhoog, tegenover 250% voor de S&P 500-index zelf. Maar deze glansrijke rit is, sinds het midden van 2015, allang op zijn retour.

Zelfs in Amerika, waar de economie er relatief beter voorstaat dan in de rest van de wereld, is de Consumentenprijsindex (CPI), sinds 2014, gedurende 11 maanden negatief geweest (deflatie), voornamelijk door lagere energieprijzen. Dat is weliswaar positiever voor de consument dan een deflatie door lagere geldhoeveelheidscijfers, zoals in de financieele crisis van 2009, maar helaas was de meeste banengroei in Amerika, in de laatste jaren, juist geconcentreerd in de energie-sector. Onderschat het negatieve effect van ‘Oilmageddon’ niet: er is wereldwijd, naar schatting, reeds $ 100.000 miljard aan energiewaarden in rook opgegaan. (Voormalige) miljardairs, zoals Carl Icahn, hebben miljarden verloren in hun energie-investeringen. De Noordzee olie-activiteiten zijn met 95% ingestort.

Zwaartekracht kan uiteindelijk niet worden overwonnen. Het OPEC-oliekartel is niet meer, want te weinig olieproductie is daarvan afhankelijk. Als Saoedie-Arabie, de producent met de laagste kosten ter wereld, haar olieproductie echt aan banden zou leggen, dan zouden haar broodnodige inkomsten dalen, ondanks een hogere olieprijs. Haar marktaandeel is nu te gering om scheidsrechter te spelen in deze sector. Laat staan, dat andere grondstoffenprijzen in de hand kunnen worden gehouden. Pas een echte negatieve kasstroom roept een halt toe aan de grondstoffen-overproductie en zoiets vindt pas plaats, zodra de grondstoffenprijzen nog eens 50% inzakken.

Wacht maar tot China zich gedwongen ziet om de devaluatie van haar Yuan alsnog voort te zetten om haar banksysteem overeind te houden. Ondanks alle ontkenningen en ondanks de recente revaluatie en rente-verhoging om speculanten een lesje te leren. China staat met de rug tegen de muur. Kapitaalcontroles om de onvoorstelbare kapitaalvlucht tegen te houden, kunnen worden verscherpt, maar zijn in de praktijk weinig effectief. De Chinese valuta-reserves, waarvan de helft praktisch illiquide is, slinken met de dag en hebben al een kritische stand bereikt om het kolossale banksysteem, dat vertienvoudigd is in amper 10 jaar, te ondersteunen. De schuld van China, ten opzichte van haar Bruto Nationaal Product, is nu hoger dan die van Amerika. De verdediging van de Yuan heeft reeds $ 1000 miljard gekost. Wanneer houdt China het voor gezien? (‘When will China blink?’)

De overcapaciteit in China is nu een veelvoud van 6 jaar geleden, tijdens de Grote Financieele Crisis. Toentertijd werd de scherpe inzinking in haar export tegengegaan door een gigantische krediethausse, die de improductieve investeringen tot ongekende hoogte opstuwde. Vooral de Chinese staatsbedrijven, met hun schijnbaar oneindig vermogen om kredieten op te stapelen, zijn schuldig aan deze desastreuze ontwikkeling, waardoor de Producentenprijsindex al 6 jaar lang in een vrije val verkeert. In slechts 2 jaar, 2011 en 2012, produceerde China meer cement dan Amerika tijdens de gehele 20ste eeuw! De echte depressie in Chinees onroerend goed, die gegarandeerd voor de deur staat, moet nog beginnen, terwijl 60% van de Chinese bankleningen daarop gebaseerd zijn. Dit is een land van, slecht gebouwde, onverkoopbare en overgewaardeerde spooksteden en spookvliegvelden, wat netjes wordt stilgehouden door de lokale overheden.

De economische groei is momenteel hoogstens 3%, wat 80% lager lijkt dan het gemiddelde van de laatste 20 jaar. Dat is de harde landing, die de meesten nog wegredeneren. Het Chinese bedrijfsleven draait, voor het eerst sinds de Azie-crisis in 1998, weer met verlies. De export heeft onlangs net zo’n veer moeten laten als in 2009 en 1998, vanwege de overwaardering van de Yuan. Daarom heeft China, met een hernieuwde krediethausse afgelopen Januari (50% hoger dan verwacht), een verdere stap gezet tot tragische zelfvernietiging. China heeft nu geen keus. Een radicale ommezwaai hangt in de lucht. Dumping van haar goederen op de wereldmarkt, zoals nu al bij staal en aluminium, is niets anders, dan de noodzakelijke export van haar overcapaciteit en deflatie. Dit roept onvermijdelijk tegenmaatregelen op in de vorm van handelsbarrieres, wat de wereldhandel, op zijn zachtst gezegd, geen goed doet (!) en wereldwijde, structurele deflatie, voor onbepaalde tijd, vast verankert. Dit is funest voor alle opgepompte activa, zoals aandelen, onroerend goed en grondstoffen (die nog steeds ver boven hun marginale kostprijs staan). De aanstaande ‘Crash’ lijkt er een te worden voor de geschiedenisboekjes!



DIEDERIK SCHMULL          25 Februari, 2016


WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

@@@

donderdag 11 februari 2016

HOPELOOS EINDSPELGEDOE


HOPELOOS EINDSPELGEDOE

Het ‘ondenkbare’ volstrekt zich. De paniekerige Centrale Banken zien kennelijk zovele donkere wolken, dat zij hun toevlucht zoeken tot uitbreiding van de funeste, negatieve rente (gelijk aan diefstal van bezit). Confiscaties van bankproducten, bankobligaties en bankdeposito’s (‘bail-ins’) dreigen gemeengoed te worden. Het gehele financieele systeem zal door deze toestanden, op den duur, op de fles gaan. Niets is meer taboe, inclusief ‘afschaffing’ van contant geld, terwijl miljarden mensen in de wereld niet eens in aanmerking komen voor een kredietkaart! Staan de domoren aan het roer? De wereld is verstrikt in een massale val van excessieve schuld, waardoor economische groei en inflatie het af laten weten. Het gehele economische bouwwerk van de laatste 70 jaar kraakt in zijn voegen, want zonder het vertrouwen op langere termijn, is het einde verhaal. Waarom zou men, bij een dergelijke onzekere toekomst, nog investeren?


De Centrale Banken hebben al hun munitie verschoten. De wereldvreemde kamergeleerden blijven daarom verder experimenteren om de tegenvallende wereldeconomie door de woelige wateren te loodsen. De Bank of Japan (BOJ) heeft een gedifferentieerde (‘tiered’) benadering bedacht, waardoor slechts een deel van de bankreserves getroffen zou worden door negatieve rente van de Centrale Bank. Als men zich richt op 25% van de bankreserves, zou de ECB de negatieve rente van minus 0.3% kunnen verlagen naar minus 4.64% (JPMorgan). Tegelijkertijd kan de BOJ dan de richting op van minus 3.45%, Zweden van minus 3.27%, Bank of England (BOE) van minus 2.69% en de Amerikaanse Federal Reserve van minus 0.78%. De FED kan dit alleen bewerkstelligen via een vindingrijke omweg, want het lijkt wettelijk verboden.

Deze gedifferentieerde (‘tiered’) benadering beperkt de verliezen van negatieve rente op bankreserves. Maar dat zou dus ook de aansporing wegnemen om actiever te worden in riskantere leningen (‘activa’). Zolang banken nieuwe debiteuren kunnen aanlokken met, eventueel aantrekkelijkere, leningsvoorwaarden dan de bestaande debiteuren, dan is er inderdaad kans op een uitbreiding van de kredietportefeuille, wat Centrale Banken beogen. Maar als de bestaande debiteuren diezelfde voorwaarden, zoals lagere rentekosten, zouden krijgen, dan haalt negatieve rente op bankreserves niets uit. Want dan moeten de banken de extra kosten wel doorberekenen aan hun klanten en dat zou juist leiden tot minder kredietuitgifte!

Het structurele deflatiespook, voornamelijk vanwege excessieve schuld, als percentage van de totale economie, en demografie, kan door negatieve rente niet buiten de deur worden gehouden. Elke ‘geimporteerde’ inflatie, veroorzaakt door een valuta-devaluatie, de andere reden voor negatieve rente, is zuiver tijdelijk. De goedpraters van concurrerende valuta-devaluaties (‘currency wars’) zijn ervan overtuigd, dat zulke middelen te verkiezen zijn boven ‘niets doen’. Centrale Banken moeten kennelijk gewoon volharden in een dergelijk ‘ondenkbaar’ beleid, totdat de grenzen daarvan worden bereikt in de vorm van handelsbelemmeringen of kapitaalcontroles. Ronduit waanzin! De angstige markten voelen echter nattigheid. Als de beleidsmakers zo vastberaden zijn om dusdanige maatregelen te treffen, dan is de wereld er dus heel slecht aan toe!

In werkelijkheid, blijft het draaiboek naar veilige havens (‘Risk-Off’) volledig in tact. Direct na de aankondiging van negatieve rente door de Bank of Japan (BOJ), takelde de 10-jarige Japanse staatsobligatie (JGB) af, voor het eerst in de geschiedenis, naar negatief rendement. Dit unieke fenomeen voor een grote (G-7) economie bevestigt hiermee, dat de neergaande trend in riskante activa (aandelen, grondstoffen en onroerend goed) nu wordt versneld, ondanks of juist dankzij het onorthodoxe optreden. Bovendien moest, ook voor het eerst in de geschiedenis, een voorgenomen uitgifte van een Japanse staatsobligatie (JGB), met negatief rendement, worden afgeblazen. Het was niet in de markt te plaatsen. Vechten de Centrale Banken nu tegen de bierkaai? Of heeft de goegemeente het blinde geloof verloren in hun ‘almacht’?

Verder heeft de 28-lidstaten tellende Europese Unie (EU) een potentieele bankencrisis op haar geweten door de invoering, met ingang van 1 Januari, 2016, van de nieuwe bankregels (Bank Recovery and Resolution Directive - BRRD). De redding (‘bailout’) van banken met belastinggeld wordt daardoor, in theorie, verboden. In de praktijk valt af te wachten of een bankgigant, die het financieele systeem zou kunnen bedreigen, zomaar aan haar lot kan worden overgelaten. Het is vrijwel zeker, dat de Grote Jongens (‘te groot om om te vallen’ - ‘Too Big To Fail’ - TBTF) een reddingsboei krijgen toegeworpen, terwijl de Kleine Jongens wel degelijk het gelag (‘bail-in’) zullen moeten betalen. De recente ‘bail-ins’, waarbij tienduizenden bankclienten reeds miljarden hebben verloren in bankproducten en bankobligaties, zelfs bij een solvabele bank als de Portugese Novo Banco, zijn al alarmerend genoeg. Ook de deposito’s van het Midden- en Kleinbedrijf, en straks van de trouwe spaarders, staan op de tocht! De domoren riskeren een bankrun, die zijn weerga niet heeft. Is dit niet het levende bewijs, dat Euroland een gevaar is voor de wereld? Het pretendeert een land te zijn, wat het niet is. Het is nog steeds ‘ieder voor zich’, zonder een eigen valuta en zonder onderlinge solidariteit. Als de lidstaten van de Eurozone hun eigen valuta hadden behouden, was er nooit sprake geweest van dergelijke confiscaties van zuur verdiend, onschuldig en conservatief geld. Geen wonder, dat Groot Brittannie denkt aan Brexit. Geen wonder, dat de STOXX Europe 600 BANKS index in de eerste 5 weken van 2016, al 25% is gedaald en met liefst 75% sinds 2007. Dit verklaart, naast de voortgaande devaluatie van de Chinese Yuan, de enorme, wereldwijde, beursmalaise.

Gedurende de laatste 800 jaar, hebben zich inflatoire en deflatoire periodes regelmatig met elkaar afgewisseld. Deflatoire periodes volgen vaak op een extreme krediethausse, die dan leidt tot een recessie in de gemiddelde balansrekening (‘balance sheet recession’). Daarmee is de lange termijn, deflatoire golfbeweging in Japan met haar ‘verloren’ decennia, sinds 1990, te verklaren (Richard C. Koo). De daarvan het gevolg zijnde vraaguitval kon, ondanks 25 jaar van massieve monetaire stimuleringen, inclusief de recente Abenomics, slechts een tijdje, maar nooit langer, worden omgebogen. Japan beleeft nu de zesde deflatoire recessie sinds 1990! Maar Japan had het geluk, dat haar besparingen in 1990 gigantisch waren, zodat 94% van alle staatsleningen (JGB’s) op die manier, als het ware, intern konden worden opgezogen. De vergrijzing van de bevolking (het aantal 65 plussers nam 86% toe in de laatste 20 jaar), echter, heeft geleid tot de huidige spaarquote van slechts 2%, als percentage van het beschikbare inkomen, na 25% in 1990! Dit dwingt Japan ertoe, om haar staatsleningen steeds meer aan het buitenland te verkopen of op de eigen boeken te nemen. Totdat het buitenland er genoeg van krijgt, waarna de milde Japanse deflatie van de laatste 25 jaar (-1% tot -2%) kan omslaan in een veel ernstigere deflatie. De echte Japanse economische depressie ligt dus nog voor ons. Overigens is Japan, in demografisch opzicht, het Westen zo’n 15 jaar vooruit. Stel je eens voor, dat Japan en China, die, na haar reusachtige krediethausse, ook een depressie tegemoet lijkt te gaan, zich opeens gaan herbewapenen!

Er heerst helaas een geweldige mythe, dat Keynesiaanse overheidsbestedingen de wereld zouden behoeden voor deflatie en depressie. De schuld-deflatie cyclus (1924 - 1940), vooral van de Grote Depressie in de jaren ‘30 in Amerika, lijkt echter te zijn beeindigd door de kolossale besparingen (25%!), als percentage van het beschikbare inkomen, van destijds, die door de gedwongen bezuinigingsperiode rond de Tweede Wereldoorlog werden opgedrongen. Dat verschafte het kapitaal voor de nodige investeringen (Lacy Hunt - Hoisington en Nobel prijswinnaar Robert Barro). Wat ironisch toch, dat de huidige beleidsmakers verwikkeld zijn in een oorlog met besparingen! Die hebben helemaal geen kaas gegeten van de lessen der geschiedenis. Toch is de druk op reeele inkomens zodanig, dat de spaarquote, ondanks alles, zal blijven stijgen. De reeele levenstandaard van de middenklasse is afgegleden naar dat van 20 jaar geleden. Daarom is de Amerikaanse spaarquote voortdurend in de lift (van 1.9% in 2005 naar rond de 6% van het beschikbare inkomen in 2016), ondanks de forse olieprijsdaling, wat gelijkstaat aan een belastingverlaging. De verwachte verbetering in consumentenbestedingen bleef uit. Maar de spaarquote van 35 jaar geleden was liefst 12% in een tijd van economische opgang en veel minder vergrijzing. De oorlog met de spaarders lijkt daarom bij voorbaat tot mislukking gedoemd, naarmate de onzekere tijden om zich heen grijpen, gedeeltelijk dankzij een vicieuze cirkel.

Het Westen mag nog van geluk spreken als de ‘verloren’ Japanse 25 jaar van relatief milde deflatie wordt herhaald. Een Grote Depressie, zoals in de jaren ‘30, met een jaarlijkse deflatie van -4.68% (en -18.70% tussen 1929 en 1933) kan men zich nauwelijks voorstellen. Vergeet echter niet, dat er toen geen derivatenmonster van 20 maal de economie, zoals nu, bestond. Mocht er ooit, in de toekomst, een vertrouwenscrisis ontstaan in tegenpartijen en onderpanden, dan is de omvang van de wereldwijde systeemcrisis niet te overzien. Negeer alle sussende woorden van de belanghebbenden, want de, meest onzichtbare, derivatenhandel is vaak 50%+ van hun winst!

Het moge duidelijk zijn, dat de komende tijdsperiode van structurele deflatie, een totaal verschillend beleggingsbeleid vereist dan in de laatste 60 jaar. Men moet het geduldig uitzitten met een overwicht aan Kasgeld, liefst in Dollars, en aan Amerikaanse Treasuries, liefst voor de langere termijn (20 tot 30-jarige). Ook een aantal defensieve aandelen kan het neergaande risico wat beperken. Plus wat Fysiek Goud, als verzekering, ongeacht de Goudprijs, in afwachting van de onvermijdelijke opwaardering in een nieuw Monetair Systeem, wat hoogstwaarschijnlijk pas plaatsvindt NA de Grote Klap. Voor vermetele beleggers, die tegen een stootje kunnen (zeer volatiel!), is de NUL-coupon op de 30-jarige Treasury nog steeds een potentieele winnaar van de eerste orde. Het rendement daarvan (2.53%) is, onterecht, nog stukken hoger dan die van staatsobligaties van veel zwakkere landen. Waarom is het rendement van de 30-jarige Italiaanse staatsobligatie (2.72%) ongeveer hetzelfde? Waarom is het rendement op de Duitse 30-jarige Bund slechts 0.90%? De spectaculaire triomftocht van deze Treasury Nul-coupon (of Strip) lijkt zich dus voort te kunnen zetten, nadat het, sinds 1981 (34 jaar!), bij jaarlijks doorrollen, gemiddeld 17% per jaar is gestegen ($100 sprong naar $ 26,000). De S&P 500 index nam, sinds de bodem in 1982, zo’n 12% per jaar toe ($100 sprong naar slechts $4,500). Daardoor heeft de Nul-coupon op de 30-jarige Treasury, in de laatste 34 jaar, het liefst 6 maal beter gedaan dan aandelen! Treasuries zijn dus allesbehalve saai geweest en blijven de buitengewone veilige haven voor het Grote Internationale Geld (zie: A.Gary Shilling - Insight). Zelfs sinds de Grote Financieele Crisis van 2008 (7 jaar) hebben de langere termijn Treasuries het 100% beter gedaan dan aandelen (S&P 500)! De Treasury-markt blijft altijd open, want het is het fundament van het financieele systeem. Zonder Treasuries als onderpand, is er geen krediet voorhanden.


Vergeet ook niet, dat de Britse staatsobligaties (Gilts), in de 19de eeuw, gedurende liefst 80 jaar van milde deflatie, in waarde stegen (tot 1897), ondanks de macht van het Britse Empire. Dit zijn hele lange termijn golfbewegingen, die de meesten zich niet eens kunnen voorstellen. Tegenwoordig kan men echter, op den duur, NA de Grote Klap, een economische groeiversnelling en productiviteitsverhoging verwachten, vanwege de toekomstige technologische vooruitgang.
Bovendien moet men, voorzover dat mogelijk is, zo snel mogelijk, uitstaande schulden aflossen. Maak een plan! Want schuld stijgt, bij structurele deflatie, elke dag! Niemand heeft nog een manier bedacht om zo’n Grote Klap (-50% tot -80% in aandelen, grondstoffen en onroerend goed) te voorkomen. Elke generatie heeft de illusie, dat zoiets nooit meer zou kunnen gebeuren. Maar eb en vloed kan men niet afschaffen. Accepteer dat en wees voorbereid.

Men moet zich ook niet vastklampen aan de mogelijkheid van een eventuele Modern Debt Jubilee (MDJ - Steve Keen, waarbij een ieder, van staatswege, een belastingvrije som ontvangt om de schuldenlast te verminderen) of aan een eventuele Big Reset (Willem Middelkoop en Jim Rickards, waarbij de Dollar wordt vervangen door de ongeloofwaardige SDR’s, de Speciale Trekkingsrechten van het IMF, die na decennia van inspanningen, nog steeds niet algemeen zijn geaccepteerd als betaalmiddel). Zulke sprookjes worden gewoonlijk de wereld ingeslingerd, als uiterste nood opdoemt. In de praktijk wordt men het over zoiets pas eens, NA de Grote Klap, NA een gedwongen schuldsanering, middenin een Grote Economische Depressie. En dan zien we wel, welke rotsen de branding hebben weerstaan. Dat lijkt vooralsnog het machtige, zelfvoorzienende (in voedsel en energie) Amerika, met haar wereldvaluta, de Dollar. Het is uiterst twijfelachtig of Europa, China, Rusland en Japan, in hun huidige vorm, deze economische en politieke aardbeving zullen overleven. Laat staan de rest van de wereld. Laat staan het IMF.

DIEDERIK SCHMULL    11 Februari, 2016                   WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.


@@@